Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1. Punto de Recarga
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Me presento
- nombre
- edad
- ciudad/pueblo
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
¿Cuáles son los días de la semana?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
¿Cuáles son los meses del año?
Slide 9 - Tekstslide
¿Cuáles son las 4 estaciones en un año?
Slide 10 - Tekstslide
¿Cuáles son las decenas en español?
Slide 11 - Tekstslide
Los deberes
Leer de maanden, dagen, seizoenen en de tientallen (NS en SN).
Maak oef. 1, 2 en 3 op blz. 6 (Punto de recarga)
Slide 12 - Tekstslide
1. Punto de Recarga - Vocabulario
Ejercicio 1
1. instituto (de rest: beroepen)
2. ordenador (de rest: gebouwen)
3. hospital (de rest: lichaamsdelen)
4. supermercado (de rest: voedingsmiddelen)
5. dormitorio (de rest: meubels)
Slide 13 - Tekstslide
Ejercicio 2
1. ventana
2. pizarra
3. ordenador
4. profesor
5. mochila
6. puerta
7. silla
8. mesa
9. diccionario
10. libro
Slide 14 - Tekstslide
Ejercicio 3
1. profesor
2. biblioteca
3. restaurante
4. ojos
5. diccionario/libro
6. museo
7. piernas
Slide 15 - Tekstslide
Ejercicio 4
1. grande - pequeño
2. alto - bajo
3. moderno - antiguo
4. incómodo - cómodo
5. nuevo - viejo
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Ejercicio 5
1. cómodo
2. pequeño
3. incómodos (zegt iets over de "zapatos", dus mv.)
4. vieja (zegt iets over "la casa", dus vrouwelijk)
5. alto
Slide 18 - Tekstslide
1. Punto de recarga - Gramática
Ejercicio 1 (cantar = zingen - tocar = spelen (v.e. instrument))
1. compra
2. escribe
3. vives
4. hablan
5. toco
6. comemos
7. vivo
8. estudian
9. trabajan 10. canta
Slide 19 - Tekstslide
Ejercicio 2
1. Mis padres trabajan en un restaurante peruano.
2. Yo hablo tres lenguas.
3. Mis compañeros y yo comemos pizza cada fin de semana.
4. Mi profesor escribe las respuestas en la pizarra.
5. ¿Vosotros estudiáis español en Madrid?
6. ¿Dónde vives tú?
Slide 20 - Tekstslide
Ser <-> Estar
Ser: wie/hoe iemand is, beroep, waar iemand vandaan komt
Estar geeft een plaatsaanduiding aan (zich bevinden) en veranderlijke gemoedstoestand (boos, verdrietig, blij)
Estoy
Estás
Está
Estamos
Estáis
Están
Slide 21 - Tekstslide
Los verbos de ejercicio 4
ver
volver
salir
estar
ir
hacer
doler
jugar
cerrar
tener
venir
Slide 22 - Tekstslide
Ejercicio 3
1. soy
2. estamos
3. son
4. está
5. es
6. están
7. eres
8. estáis
9. son
10. está
Slide 23 - Tekstslide
Ejercicio 4
1. vamos 12. tienes
2. tengo 13. hacemos
3. vuelve 14. vas
4. vienes
5. salgo
6. duelen
7. cierra
8. estoy
9. juegas
10. hago
11. vemos
Slide 24 - Tekstslide
Pretérito perfecto
Dat is onze voltooid tegenwoordige tijd, die je gebruikt om dingen die in het verleden gebeurd zijn uit te drukken.
Deze tijd bestaat altijd uit twee werkwoordsvormen: het hulpwerkwoord (hebben of zijn) en het voltooid deelwoord.
In het Spaans is er maar één deelwoord: haber.
Het voltooid deelwoord eindigt op -ado of -ido.
Ik heb geslapen: yo he dormido
Jij bent gegaan: tú has ido
Slide 25 - Tekstslide
Ejercicio 5 (regelmatige voltooide deelwoorden)
1. he dormido
2. habéis bebido
4. has aprendido
5. hemos visitado
7. ha tocado
10. han vivido
11. he ido
13. ha gustado
15. ha practicado
16. hemos pensado
Slide 26 - Tekstslide
Ejercicio 5
Maak nu eerst de zinnen met regelmatige voltooide deelwoorden:
1, 2, 4, 5, 7, 10, 11, 13, 15, 16
Neem de onregelmatige voltooide deelwoorden goed door en maak vervolgens de hele oefening af.
Slide 27 - Tekstslide
Pretérito perfecto
Zet de vormen van de werkwoorden van de tegenwoordige in de voltooide tijd: (bedenk eerst van welk hele werkwoord de vormen komen!)
1. Yo soy
2. Tú estás
3. Él trabaja
4. Nosotros escribimos
5. Vosotras coméis
6. Ustedes tienen
Slide 28 - Tekstslide
Ejercicio 2
1. ¿Cómo te llamas?
2. ¿Cuántos años tienes?
3. ¿Cuándo es tu cumpleaños?
4. ¿Te gusta el deporte?
5. ¿Tienes hermanos?
6. ¿Qué haces durante el fin de semana?
Slide 29 - Tekstslide
La ropa
Je kunt vertellen wat je aanhebt en wat een ander aanheeft.
Je kunt vertellen van welke kleding je houdt.
Slide 30 - Tekstslide
Ejercicio 5 (onregelm. voltooide deelwoorden)
3. han vuelto
6. ha puesto
8. he hecho
9. ha escrito
12. hemos visto
14. ha hecho
Slide 31 - Tekstslide
Test jezelf
Ga via SOM naar Compañeros 2 LIFO-editie -
Huiswerk
Unidad 1
1.2 Vocabulario NIEUW:
ejercicios 3, 7, 8 en 9
1.3 Gramática: eerst
14, ga dan verder met de overige oefeningen
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
C2: Unidad 1: Punto de recarga
November 2023
- Les met
25 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Clase 17 Punto de recarga U1C2 Gramática
November 2024
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Clase 17 Punto de recarga U1C2 Gramática
11 dagen geleden
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
C2 U1 LiFo gramática deel 2 perfecto
21 dagen geleden
- Les met
14 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
C2: U1: Gram: Pretérito Perfecto
November 2023
- Les met
16 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
C2 Lifo U1 Gramática. Pretérito perfecto
26 dagen geleden
- Les met
17 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les 5 - P1 -1. Punto de recarga; Presente perfecto (regulares)
September 2023
- Les met
16 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Clase 18. Punto de recarga Unidad 1 C2 Gramática
11 dagen geleden
- Les met
30 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1