Poëzie

Poëzie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Poëzie

Slide 1 - Tekstslide

Strofe
De regels in een gedicht die bij elkaar horen. Tussen de strofen is een regel overgeslagen.

Slide 2 - Tekstslide

Regel
Een regel in een gedicht hoeft niet te beginnen met een hoofdletter of te eindigen met een leesteken. Het zijn gewoon alle woorden die op één regel staan.

Slide 3 - Tekstslide

Rijm
Als de laatste stukjes van twee
woorden hetzelfde klinkt, rijmen ze.

Bijvoorbeeld: feest - geweest

Slide 4 - Tekstslide

Rijmschema's
Gepaard rijm: a a b b - c c d d
Gekruist rijm: a b a b - c d c d 
Omarmend rijm: a b b a - c d d c 
Gebroken rijm: a b c d - d e f e 
slagrijm: a a a a - b b b b 

Slide 5 - Tekstslide

Indeling naar klank
Volrijm: klinkers en medeklinkers rijmen
--> slopen-lopen-verkopen



Slide 6 - Tekstslide

Indeling naar klank
Halfrijm: alleen de klinkers of alleen de medeklinkers rijmen
  • Klinkerrijm (assonantie)
--> Over hete kolen hoor je niet te lopen.
(let op uitspraak niet op hoe ze geschreven zijn: stad / praten)
  • Medeklinkerrijm (consonantie)
--> Een rustige mist daalt over de stad.
  • Alliteratie is medeklinkerrijm van beginletters:
--> Keurige keukens koop je bij de  keuken kampioen.

Slide 7 - Tekstslide

Indeling naar plaats in de regel
  • Beginrijm:
Er dreven vlekken op de melk
Ze bleven terugkomen na elke slok

  • Middenrijm
Toen ik alle melk had gedronken
voelde ik me wat verwelkt en slapjes

Slide 8 - Tekstslide

Indeling naar plaats in de regel
  • Eindrijm:
Sint heeft lang lopen denken
wat hij jou zou schenken

  • Binnenrijm: (in een versregel)
Het meisje met het ijsje.


Slide 9 - Tekstslide

Welke rijm zie je?:
Zoals de lauwe nacht
en de wollen vacht
is het schaap dat lacht.
A
Beginrijm
B
Eindrijm
C
Halfrijm, alliteratie
D
Halfrijm, assonantie (klinkerrijm)

Slide 10 - Quizvraag

Welke rijm zie je?:
Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan
A
Beginrijm
B
Eindrijm
C
Halfrijm, alliteratie
D
Halfrijm, assonantie (klinkerrijm)

Slide 11 - Quizvraag

Welke rijm zie je?:
Lieg alsjeblieft niet tegen me
niet over iets groots niet over iets
anders. Liever hoor ik het
vernietigendste dan dat je liegt
want dat is nog vernietigender.
A
Volrijm
B
Halfrijm, assonantie (klinkerrijm)
C
Halfrijm, consonantie (medeklinkerrijm)
D
Halfrijm, alliteratie

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht staat in Magister.me

Slide 13 - Tekstslide