past simple recap

Past simple
Welcome class :)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Past simple
Welcome class :)

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.

The past simple is what in Dutch is called the verleden tijd.


Make notes

Slide 2 - Tekstslide

 Regular Verbs
After a regular verb you put -ed'

I walk -> I walked
He walks -> He walked
They walk -> They walked
Yesterday he walked in the rain

Slide 3 - Tekstslide

 Regular Verbs Spelling

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter: I live - I lived

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped
Donald Trump and Melania lived in the White House

Slide 4 - Tekstslide

 Regular Verbs Spelling

Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ie: I carry - I carried

Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y:
I play - I played
He played chess

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple - negatives and questions p. 202
Questions 
Did + entire verb:
Did you walk to school yesterday?

Negatives 
Didn't + entire verb:
You didn't walk to school yesterday.

Slide 6 - Tekstslide

Past simple
= verleden tijd

verb + ed 
  • talk --> talked 
  • lie -->lied
  • play --> played 


Slide 7 - Tekstslide

Questions and negatives 

Na elke vorm van do (dus ook did en didn't) moeten we het hele werkwoord gebruiken! 

I walked the dog yesterday 
--> did I walk the dog yesterday?
--> I didn't walk the dog yesterday

Slide 8 - Tekstslide

You use a past simple when...
A
Something happend in the future
B
something happens every day
C
something happend in the past and is finished
D
something didn't happen yet.

Slide 9 - Quizvraag

Rapportage wordt gecheckt !

Slide 10 - Tekstslide


What is the past tense of: Help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd

Slide 11 - Quizvraag

Hoe maak je vragen in de verleden tijd? Kan je een voorbeeld geven?

Slide 12 - Open vraag

En hoe zit dat met ontkenningen?
kan je een voorbeeld geven?

Slide 13 - Open vraag

My sister .......... (play) the guitar last year.

Slide 14 - Open vraag


What is the past tense of: Work
A
works
B
worked
C
working
D
workd

Slide 15 - Quizvraag


What is the past tense of: Study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied

Slide 16 - Quizvraag

tapped
tried
cried
had
did
rubbed
stopped
to tap
to try
to cry
to have
to do
to rub
to stop

Slide 17 - Sleepvraag

Make a question:
I played tennis when I was four.

Slide 18 - Open vraag

Make a question:
Tom and Tina were hungry.

Slide 19 - Open vraag

Make a question:
My mother cleaned the kitchen an hour ago.

Slide 20 - Open vraag

Make a negative sentence :
It rained yesterday.

Slide 21 - Open vraag

What is the past simple of
"to hurry"?
A
hurryed
B
hurryd
C
hurried
D
hurrying

Slide 22 - Quizvraag

What is the past simple of
"to brush"?

Slide 23 - Open vraag

Vertaal:
Ik heb gisteren geen
voetbal gespeeld.

Slide 24 - Open vraag

Put in the past simple.
"My parents cook
every weekend.".

Slide 25 - Open vraag

Write in the past simple.
(?) to travel / your friend / last year / to Ireland

Slide 26 - Open vraag

Make a question.
She was my best friend.

Slide 27 - Open vraag

What did you find difficult in this lesson?

Slide 28 - Open vraag

ik snap de past simple!
A
JA!
B
Ja maar ik wil nog oefenen
C
Een beetje
D
Nee, ik heb meer uitleg nodig

Slide 29 - Quizvraag

Past Simple... end of the quiz!

Slide 30 - Tekstslide