B2D - mardi le 7 décembre 2021

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Bonjour à tous et à toutes!

Mardi le 7 décembre 2021

Cours de français

Vous avez passé un bon week-end?

Fête de la Saint-Nicolas?

Entre amis?

Aujourd'hui

Les objectifs du cours

Une explication de grammaire

Se présenter en français

Au travail

Les objectifs du cours

À la fin de ce cours...

... kan ik werkwoorden in de imparfait vervoegen

... weet ik hoe ik werkwoorden op -ER moet vervoegen

... kan ik mij voostellen in het Frans

La conjugaison des verbes -ER

Hoe vervoeg je een werkwoord op -ER?

Heel werkwoord min -ER

Uitgangen:

Je --> e

Tu --> es

Il/elle/on --> e

Nous --> ons

Vous --> ez

Ils/elles --> ent

Parler --> Parl

Je parle

Tu parles

Il/elle/on parle

Nous parlons

Vous parlez

Ils/elles parlent

Un exercice

Nous _________ de la musique (écouter)

Elles _________ les devoirs (adorer)

Tu _________ une chanson française? (chanter)

Imparfait

Prenez votre livre de textes à la page 47

Lisez bien Imparfait onvoltooid verleden tijd

1. Zet het werkwoord in de nous-vorm 

2. Haal "-ons" weg

3. Plak de juiste uitgang erachter:

Je --> ais

Tu --> ais

Il/elle/on --> ait

Nous --> ions

Vous --> iez

Ils/elles --> aient

1. Zet het werkwoord in de nous-vorm 

2. Haal "-ons" weg

3. Plak de juiste uitgang erachter:

Je --> ais

Tu --> ais

Il/elle/on --> ait

Nous --> ions

Vous --> iez

Ils/elles --> aient

Danser

1. Dansons

2. Dans

3. Je dansais

Imparfait

Elle ______  tout le temps (parler)

Vous _______ de la musique (écouter)

Ils ________ à l'heure (arriver)

Exercice

Classroom --> Imparfait et les verbes - B2D - mardi le 7 décembre 2021

10 minuten

Des questions?

À la fin de ce cours...

... kan ik werkwoorden in de imparfait vervoegen

... weet ik hoe ik werkwoorden op -ER moet vervoegen

... kan ik mij voostellen in het Frans

Le verbe pouvoir

Je peux

Tu peux

Il/elle/on peut

Nous pouvons

Vous pouvez

Ils/elles peuvent

Le verbe vouloir

Je veux

Tu veux

Il/elle/on veut

Nous voulons

Vous voulez

Ils/elles veulent

Se présenter en français

Naam

Leeftijd

Woonplaats

Twee hobby's

Eén ding waar je van houdt --> j'aime

Wat ga je doen?

Je bereidt een monoloog voor

Dit mag in tweetallen

10 minuten

Wat moet je kunnen zeggen?

Naam

Leeftijd

Woonplaats

Twee hobby's

Eén ding waar je van houdt (J'aime/Je n'aime pas)

Les résultats?

Hoe ging het?

Wat is gelukt?

Wat nog niet helemaal?

Au travail!

Wat: maken opdrachten 8 tot en met 14 chapitre 3 leçon 4

Hoe: samenwerken

Hulp: boek, buurman/buurvrouw, aan mij

Tijd:15 minuten

Klaar: leren vocabulaire chapitre 3 leçon 4

Oui, vous pouvez écouter de la musique 

Les objectifs du cours sont-ils atteints?

À la fin de ce cours...

... kan ik werkwoorden in de imparfait vervoegen

... weet ik hoe ik werkwoorden op -ER moet vervoegen

... kan ik mij voostellen in het Frans

Les devoirs

Pour la semaine prochaine:

Faites exercices 8 tot en met 14 chapitre 3 leçon 4

Apprenez vocabulaire chapitre 3 leçon 4

À la semaine prochaine !

Bonne journée !