In juli 1995 begon het trauma van veel Dutchbatters; de zogenaamde veilige enclave van Srebrenica werd overspoeld door Servische troepen onder leiding van generaal Ratko Mladić. Dutchbat, gestationeerd in Srebrenica als onderdeel van de VN-vredesmacht, stond voor een onmogelijke taak. Ondanks hun veel te lichte wapens en beperkte middelen, hadden ze de verantwoordelijkheid om de veiligheid van tienduizenden Bosnische moslims veilig te stellen die gevlucht waren naar de ‘veilige zone’ van Srebrenica.
De missie die vrede en bescherming moest bieden veranderde in een nachtmerrie. Ondanks hun wanhopige pogingen om de Bosnische bevolking te beschermen, werden ze gedwongen toe te kijken terwijl duizenden mannen en jongens werden weggevoerd en uiteindelijk werden vermoord. Voor veel soldaten van Dutchbat was dit ontzettend erg om te zien hoe ze machteloos moesten toezien hoe een genocide zich voor hun ogen voltrok.
Na de val van Srebrenica keerden de Dutchbat-troepen terug naar Nederland. Velen leden en lijden nog steeds aan posttraumatische stressstoornis en voelen zich in de steek gelaten door de politiek, hun superieuren en de internationale gemeenschap.