H1.1 Identiteit

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De samenleving en het individu

1. Identiteit

Opdracht

Maak een presentatie in Classroom en geef antwoord op de deelvragen. Gebruik afbeeldingen (van internet/jezelf) om je presentatie aantrekkelijk te maken.

Je krijgt 15 minuten de tijd!

De presentatie lever je in op Classroom.

Opdracht

1. Wie ben ik?

2. Bij wie hoor ik?

3. Welke beelden hebben mensen over de groep(en) waartoe ik behoor?

Je krijgt 15 minuten de tijd!

De presentatie lever je in op Classroom.

Identiteit

• Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, 
• dat hij uitdraagt & anderen voorhoudt 
• en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwd voor zijn eigen persoon en 
• dat is afgeleid van zijn perceptie over groepen waar hij/zij juist wel of niet deel van uitmaakt. 

Referentiekader

• Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt. Je sociale bril.

Identiteit

1. Persoonlijke identiteit (wie ben ik?)
2. Sociale identiteit (Bij wie hoor ik?)
3. (Externe) collectieve identiteit (Welke beelden bestaan er van de groep?) 

Opdracht

Kijk nog eens naar je presentatie. Wat zegt deze presentatie over je identiteit? 

Maak het 'inleveren ongedaan' en reflecteer op je eigen identiteit met enkele woorden. Vul op elke dia ook in om welk type identiteit de dia gaat.

Identiteit

• Je identiteit verandert gedurende je leven. Vb criminelen vaak 'op het rechte pad' later in hun leven.

• loyaliteitsconflict: je identiteit botst met wat je wil. vb hooligans van je club; oude vs nieuwe cultuur

Welk soort identiteit herken je in de afbeelding?

Welk soort identiteit herken je in de afbeelding?

1. Persoonlijke identiteit
2. Sociale identiteit
3. Collectieve identiteit
4. Externe collectieve identiteit

Hier kan eventueel het verschil tussen collectieve identiteit en externe collectieve identiteit uitgelegd worden.

'Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam.'

Over welk aspect van identiteit gaat het hier?

'Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam'

Over welk soort identiteit gaat het hier?

1. Persoonlijke identiteit
2. Sociale identiteit
3. Collectieve identiteit
4. Externe collectieve identiteit

Nu

Maak de opdrachten 1, 4 en 5.

Maak opdracht 4 en 5 in de stijl van ICE (introduce - cite - explain)!

Extra oefenen

Gebruik het artikel op de volgende pagina en koppel zo veel mogelijk theorie aan het artikel. Gebruik begrippen, maar ook alinea's van de blauwe tussenkopjes. 

nos.nl