Lezen H4 - 2c + voorbereiding debat

Hoofdstuk 4: Mooi
Deze les: 
- Lezen
- Debatteren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Mooi
Deze les: 
- Lezen
- Debatteren

Slide 1 - Tekstslide

Kennismaken
Spraakwater
- Denk een minuut na over de vraag op jouw kaart
Vertel je naam en de vraag van je kaart + antwoord
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Feiten
  • Een feit een uitspraak over iets dat waar of onwaar is. 
  • Je kunt een feit controleren op waarheid

  • Voorbeeld: Deze laptop kost 499 euro bij de MediaMarkt.
  • Voorbeeld: Buienradar is de meest gebruikte app om het weer te bekijken.
  • Voorbeeld: Met de fiets ben je sneller dan met de auto.

Slide 3 - Tekstslide

Meningen
  • Een mening of standpunt is een uitspraak over iets dat iemand vindt van iets.
  • Je kunt het met een mening eens of oneens zijn.
  • Je herkent een mening vaak aan signaalwoorden als ik vind..., volgens mij..., ik denk dat...
  • Voorbeeld: Ik vind waterpolo de leukste sport die er is.

Slide 4 - Tekstslide

Argumenten
  • Om uit te leggen waarom je een bepaalde mening hebt, gebruik je een argument (of meerdere argumenten)
  • Je kunt een argument herkennen aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers.
  • Voorbeeld: Ik denk dat Lil' Kleine de beste Nederlandse rapper is, want zijn video's hebben de meeste views op Youtube.

Slide 5 - Tekstslide

Debat voeren
Morgen gaan we een debat voeren. Maar wat is een debat eigenlijk?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een debat?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Stelling
Je moet altijd toestemming aan iemand vragen voordat je een foto van hem/haar deelt op social media.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is een feit?
A
Iets waar je het eens of oneens mee kunt zijn.
B
Een uitleg waarom iemand iets vindt.
C
Iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een mening/standpunt?
A
Iets waar je het eens of oneens mee kunt zijn.
B
Een uitleg waarom iemand iets vindt.
C
Iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een argument?
A
Iets waar je het een of oneens mee kunt zijn.
B
Een uitleg waarom iemand iets vindt.
C
Iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is.

Slide 13 - Quizvraag

Wat moet je doen voor morgen?

Denk na over argumenten voor het debat. 
Let op: je hoort morgen pas of je vóór of tegen de stelling bent, dus verzin argumenten voor en tegen de stelling.

Slide 14 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 15 - Open vraag