WCO H.7 Quiz over Spanning
drukspanning
trekspanning
stuikspanning
vlaktedrukspanning
schuifspanning
1 / 16
Onderdelen in deze les
drukspanning
trekspanning
stuikspanning
vlaktedrukspanning
schuifspanning
Slide 1 - Sleepvraag
Kan ontstaan door een normaalkracht
Kan ontstaan door een dwarskracht
trekspanning
schuifspanning
(normale) drukspanning
vlaktedrukspanning
stuikspanning
Slide 2 - Sleepvraag
De spanning ontstaat op een voorwerp.
De spanning ontstaat in een voorwerp.
trekspanning
schuifspanning
(normale) drukspanning
vlaktedrukspanning
stuikspanning
Slide 3 - Sleepvraag
Welk(e) van de onderstaande stellingen gelden voor schuifspanning?
1. De spanning die loodrecht op de doorsnede werkt.
2. Wordt aan de oppervlakte van je voorwerp opgewekt.
3. Spanning die evenwijdig/parallel aan de doorsnede werkt.
4. Veroorzaakt door een kracht die loodrecht dwars door een voorwerp werkt.
1. De spanning die loodrecht op de doorsnede werkt.
2. Wordt aan de oppervlakte van je voorwerp opgewekt.
3. Spanning die evenwijdig/parallel aan de doorsnede werkt.
4. Veroorzaakt door een kracht die loodrecht dwars door een voorwerp werkt.
A
Stelling 1 en 2
B
Stelling 2 en 3
C
Stelling 3 en 4
D
Stelling 1 en 4
Slide 4 - Quizvraag
Welk(e) van de onderstaande stelling(en) geeft/geven *niet* een verschil aan tussen schuifspanning en trekspanning?
1. De ene ontstaat door een kracht in de breedte van het object en andere door een kracht in de lengte.
2. De ene is opgewekt door een dwarskracht, en de ander door een normaalkracht.
3. De ene ontstaat door belastende krachten die evenwijdig zijn aan elkaar, en de ander ontstaat door belastende krachten die loodrecht op elkaar zijn.
1. De ene ontstaat door een kracht in de breedte van het object en andere door een kracht in de lengte.
2. De ene is opgewekt door een dwarskracht, en de ander door een normaalkracht.
3. De ene ontstaat door belastende krachten die evenwijdig zijn aan elkaar, en de ander ontstaat door belastende krachten die loodrecht op elkaar zijn.
A
Stelling 1
B
Stelling 2
C
Stelling 3
D
Stelling 1 en 3
Slide 5 - Quizvraag
Maak de zin af!
Als een object een kracht dwars doorheen ervaart kan ...
Als een object een kracht dwars doorheen ervaart kan ...
A
alleen een vlaktedruk spanning opgewekt worden.
B
alleen een schuifspanning opgewekt worden.
C
een schuifspanning of stuikspanning opgewekt worden.
D
een vlaktedrukspanning of stuikspanning opgewekt worden.
Slide 6 - Quizvraag
Welk spanning wordt opgewekt op een voorwerp dat veroorzaakt is door een normaalkracht?
Slide 7 - Open vraag
stuikspanning
schuifspanning
spanning opgewekt in oppervlakte van doorsnede
opgewekt door belasting parallel op oppervlakte
opgewekt in contactoppervlakte
spanning opgewekt in contact oppervlakte
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is de juiste symbool voor de opgewekte stuikspanning?
A
B
C
D
Slide 9 - Quizvraag
Welke formule is juiste om de geprojecteerde oppervlakte te berekenen in de uitgebeelde situatie?
A
Aproj=diktestrip⋅diameterpen
B
Aproj=diktepen⋅diametergat
C
Aproj=diktepen⋅diameterstrip
D
Aproj=diktegat⋅diameterpen
Slide 10 - Quizvraag
Maak de zin af!
De maximale belasting die een constructie aan kan is ...
De maximale belasting die een constructie aan kan is ...
A
de kracht die de kleinste onderdeel van een constructie aankan.
B
de kracht die de grootste onderdeel van een constructie aankan.
C
de kracht op elk onderdeel, samen bij elkaar opgeteld.
D
de spanning op elk onderdeel, samen bij elkaar opgeteld.
Slide 11 - Quizvraag
Welke formule is het juiste om de oppervlakte v/d doorsnede
te berekenen?
te berekenen?
A
A=Fσ
B
A=σF
C
A=σ⋅F
Slide 12 - Quizvraag
Welke doorsnede moeten we nemen om de maximale toelaatbare trekkracht te berekenen?
A
Blauwe vlak
B
Oranje vlak
C
Groene vlak
Slide 13 - Quizvraag
Welke formule is het juiste om de belasting te berekenen?
A
F=Aσ
B
F=σA
C
F=σ⋅A
Slide 14 - Quizvraag
A
2/(π x 10^2)
B
2000/(π x 5^2)
C
2/(8x10)
D
2000/(8 x 10)
Slide 15 - Quizvraag
Welke twee spanningen worden opgewekt is de situatie die is uitgebeeld?
A
