VMBO 4 GTB: H. 25 en H. 26

Dinsdag 25 oktober
Lesinhoud:
- Vragen over gelezen bladzijdes boek ‘Match'

- Instructie les 25 + les 26 

- Aan de slag 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 25 oktober
Lesinhoud:
- Vragen over gelezen bladzijdes boek ‘Match'

- Instructie les 25 + les 26 

- Aan de slag 

Slide 1 - Tekstslide

Toetsweek
Leesvaardigheid 
les 1/2/3
les 13/14/15
les 25/26/27
les 37/38/39
blz. 140-146

Schrijfvaardigheid: artikel schrijven
les 10/11/12/58
blz 147 -155

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:

- Je leert hoe je teksten beter begrijpt door op verbanden te letten
- Je leert hoe je het onderwerp, de deelonderwerpen en de hoofdgedachte in een tekst vindt. 

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb de bladzijdes (kopie) gelezen.
Ja, ik heb de bladzijdes gelezen
Nee, ik heb de bladzijdes niet gelezen
Ik ben begonnen met lezen, maar ik heb het nog niet alles gelezen.

Slide 4 - Poll

Vragen over de gelezen tekst
Maar eerst inloggen en vragen beantwoorden over de gelezen bladzijdes (huiswerk) boek ‘Match'

Slide 5 - Tekstslide

In de nacht vertelt Jim aan Lola wat er met Izzy aan de hand is. Ze denken dat Jabbar slaapt. De dag erna vertelt Jim het verhaal aan Jabbar. Vertelt Jim aan Jabbar hetzelfde verhaal?
A
Ja, Jim vertelt aan Jabbar hetzelfde verhaal als aan Lola.
B
Nee, Jim vertelt meer aan Jabbar dan aan Lola.

Slide 6 - Quizvraag

Jabbar denkt dat hij Jim goed kent. Ze voetballen al heel lang samen. Toch twijfelt Jabbar over de vriendschap tussen Jim en hem. Hoe weet Jabbar dat Jim en hij wel echte vrienden zijn?
A
Jim heeft tegen Jabbar gezegd dat ze altijd goede vrienden blijven
B
Jabbar voelt dat Jim en hij echte vrienden zijn
C
Jabbar weet dat Jim hem meer verteld heeft over de ziekte van Izzy dan aan Lola
D
Jim vertelt aan Jabbar dat hij verliefd is op Lola en dat hij graag alleen met haar wil zijn

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de reden dat Jabbar een dag eerder naar huis gaat?
A
Omdat Izzy plotseling ziek is geworden
B
Omdat een van zijn zusjes plotseling ziek is geworden
C
Omdat hij ruzie heeft met Jim over Lola
D
Omdat hij weet dat Jim verliefd is op Lola

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zou de familie van Jabbar een heftig ziekteproces in de familie oplossen?
A
Door veel met elkaar te eten
B
Door veel met elkaar te praten
C
Door met de hele familie op bezoek te gaan bij de zieke in het ziekenhuis
D
Door iedereen zijn eigen gang te laten gaan

Slide 9 - Quizvraag

Als Lola en Jim alleen zijn leert Lola Jim iets. wat leert Lola Jim?
A
gitaar spelen
B
zingen
C
rustig ademhalen
D
praten over gevoelens

Slide 10 - Quizvraag

Lola heeft aan Jim gevraagd of hij blij was met de promotie naar het nieuwe elftal. Lola denkt dat Jim minder blij is met de promotie dan Jabbar. Jim geeft op die vraag antwoord. Is Jim inderdaad minder blij met de promotie naar het nieuwe elftal?
A
Jim is minder blij omdat hij eigenlijk geen profvoetballer wil worden
B
Jim is minder blij omdat hij door zijn ouders te veel gepusht wordt om profvoetballer te worden
C
Jim is minder blij omdat hij zich schuldig voelt tegenover zijn ouders
D
Jim is minder blij omdat Izzy ziek is en hij zich daardoor niet kan focussen op het voetbal.

Slide 11 - Quizvraag

Instructie les 25 en 26
Pak je boek voor je op blz. 54 en 55.

Slide 12 - Tekstslide

Alineaverbanden
Tussen de alinea’s van een tekst bestaan verbanden: de ene alinea heeft met de andere te maken. 

Ook binnen een alinea kunnen deze verbanden voorkomen. Dan heeft de ene zin met de andere te maken. 

Slide 13 - Tekstslide

Signaalwoorden
Verbanden worden meestal aangegeven met signaalwoorden. Het is daarom belangrijk om bij het lezen van alinea’s te letten op deze signaalwoorden.

De belangrijkste staan op blz. 54 en moet je kunnen herkennen in een tekst! 

Slide 14 - Tekstslide

Les 26 Instructie
Onderwerp = antwoord op de vraag: waar gaat de tekst over? Antwoord kun je in een woord of een paar woorden opschrijven.
Je vindt het onderwerp meestal in de titel of de ondetitel.

Deelonderwerp: deelonderwerpen belichten verschillende kanten van een onderwerp.
Een nieuw deelonderwerp begint ook vaak met een nieuwe alinea. Tussenkopjes geven aan wat het deelonderwerp van die alinea is. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is het antwoord op de vraag: ‘Wat zegt de schrijver over dit onderwerp?’

Hoofdgedachte is vaak te vinden in de inleiding of het slot. Soms moet je zelf de hoofdzaken van de tekst in één zin samenvatten. 
De hoofdgedachte wordt dus geformuleerd in één zin. 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Pak je boek voor je op blz. 54 en 55.

Slide 17 - Tekstslide

Lees alinea 1: blz. 55.
In deze alinea staat een doel-middel verband. Aan welk signaalwoord kun je dat zien?
A
erger
B
daar
C
dat
D
daarmee

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het doel en wat is het middel?
A
doel = afval opruimen middel = hardlopen
B
doel = je ergeren aan afval middel = troeptrimmen
C
doel = je ergernis omzetten in activiteit middel = troeptrimmen
D
doel = een rondje hardlopen middel = in de natuur een rondje hardlopen

Slide 19 - Quizvraag

Welke drie voordelen van troeptrimmen worden in alinea 3 beschreven?

Slide 20 - Open vraag

wat is het verband tussen die drie voordelen?
A
opsomming
B
conclusie
C
toelichting
D
voorwaarde

Slide 21 - Quizvraag

In alinea 4 staan verschillende verbanden. Noem er twee.

Slide 22 - Open vraag

Wat is het verband tussen de laatste alinea en de rest van de tekst?
A
voorwaarde
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 23 - Quizvraag

Vind jij troeptrimmen een goed idee? Gebruik in je antwoord signaalwoorden van mening/argument en van opsomming.

Slide 24 - Open vraag

Verder werken
Maken:
Hoofdstuk 26: blz. 56-57 vraag 1 t/m 7
Doornemen: woorden op blz. 55 en 57
Lezen: Match deel 2/3/4/5 (Teams) 

Klaar? maken les 27. 

Slide 25 - Tekstslide