Grammatica H5

Wat zijn allemaal
bezittelijk voornaamwoorden?
A
jouw, mij, uw
B
jou, mijn, uw
C
jouw, mijn, uw
D
jou, mijn, u
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag in interactieve video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat zijn allemaal
bezittelijk voornaamwoorden?
A
jouw, mij, uw
B
jou, mijn, uw
C
jouw, mijn, uw
D
jou, mijn, u

Slide 1 - Quizvraag

Grammatica H5
Woordsoorten - herhaling
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Woordsoorten
  • Lidwoord
  • Zelfstandig naamwoord
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • Werkwoorden 
  • Voorzetsel





Woordsoorten en zinsdelen, allebei grammatica
Zinsdelen
  • Persoonsvorm
  • Onderwerp
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Lijdend voorwerp






Slide 3 - Tekstslide

Woordsoorten

Slide 4 - Tekstslide

De
mooie
bloemen
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Sleepvraag

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
buiten
werk
onder
binnen

Slide 6 - Sleepvraag

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Aan
het
water
zat
een
slaperige
visser.

Slide 7 - Sleepvraag

Persoonlijk voornaamwoord
  • PSV
  • Een persoonlijk voornaamwoord vervangt een zelfstandig     naamwoord.
  • Je kan het vervangen door een naam.
    Zij heeft een lekke band.
    Lisa heeft een lekke band.

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Een persoonlijk voornaamwoord ...
A
geeft aan van wie iets is
B
zegt iets over een situatie
C
duidt een persoon of ding aan
D
zegt aan wie iets gegeven wordt

Slide 10 - Quizvraag

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Ik heb ze van Madelon geleend.

het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
ze
C
Madelon
D
ik / ze

Slide 12 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
  • Met het bezittelijk voornaamwoord (BZV) geef je aan van wie of wat iets is. 

  • Je kunt de volgende bezittelijke voornaamwoorden tegenkomen: mijn, jouw/je, zijn, haar, uw, ons/onze, jullie, hun 


Slide 14 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
jullie
me
je
haar
hij
uw
ons
ze
hun
zijn
jouw
hem

Slide 16 - Sleepvraag

Een bezittelijk voornaamwoord ...
A
zegt iets over een werkwoord
B
geeft aan wie iets doet
C
geeft aan hoe iemand zich voelt
D
geeft aan van wie iets is

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord?
A
ik
B
vergissen
C
mijn
D
me

Slide 18 - Quizvraag

In welke zin heb je een bezittelijk voornaamwoord?
A
jij bent lief.
B
je vader is lief.
C
ik ben lief.
D
hij is erg lief.

Slide 19 - Quizvraag

Sleep alle woorden naar de juiste woordsoort
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
Hij
is
onze
mooie
trouwdag
vergeten.

Slide 20 - Sleepvraag

Loop jij een rondje met mijn lieve hond? 
persoonlijk voornaamwoord
werkwoord
bezittelijk voornaamwoord
bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
loop
jij
een 
mijn 
lieve

Slide 21 - Sleepvraag

Maakt haar verhaal jou ook zo vrolijk?
werkwoord
bezittelijk voornaamwoord
zelfstandig naamwoord
persoonlijk voornaamwoord
Maakt
haar
verhaal
jou

Slide 22 - Sleepvraag