Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
22 -3-21 3H2
Welcome 3H2
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome 3H2
Slide 1 - Tekstslide
Today's lesson
Quiz to recap grammar theme 3
Start reading in The Boy in the Striped Pyjamas
Slide 2 - Tekstslide
The cat _____ we found yesterday belongs to our neighbour
A
whom
B
which
C
whose
D
that
Slide 3 - Quizvraag
Tom, _____ lives next door to me, is the owner of the cat we found.
A
that
B
where
C
which
D
who
Slide 4 - Quizvraag
Recap who / which / that / whose
who
: people
which:
animals and things
that
: people, animals, things
(maar nooit als de bijzin weg gelaten zou kunnen worden, deze informatie staat dan vaak tussen kommas)
whose
: to explain who owns something (bezit)
eg Tom, whose cat was found yesterday, lives next door to me.
Slide 5 - Tekstslide
Choose the correct translation:
Beide telefoons zijn te koop
A
Neither phone is for sale
B
Both phones are for sale
C
Every phone is for sale
D
All phones are for sale
Slide 6 - Quizvraag
Recap both / either / neither
We use both / either / neither when we talk about
two or more
people, animals or things.
Both: beide
Either: Elk van beide
Neither: Geen van beide
Slide 7 - Tekstslide
Choose the correct translation:
Tom kijkt iedere dag Netflix
A
Tom watches Netflix all day
B
Tom watches Netflix each day
C
Tom watches Netflix every day
D
Tom watches Netflix both days
Slide 8 - Quizvraag
Choose the correct translation:
Elk jaar worden er meer telefoons verkocht
A
Each year more phones are sold.
B
Every year more phones are sold.
C
Either year more phones are sold.
D
All years more phones are sold.
Slide 9 - Quizvraag
Recap each / every
Je gebruikt each / every als je over 2 of meer mensen / dieren / dingen praat.
Each: Legt de nadruk op de
individuele
mensen / dieren / dingen.
Every: Legt nadruk op het
geheel.
Slide 10 - Tekstslide
Fill in the blank:
You ______ invite Cheryl to the party
A
have to
B
should
C
must
D
ought to
Slide 11 - Quizvraag
One _____ drive on the left hand side in the UK
A
should
B
ought to
C
has to
D
must
Slide 12 - Quizvraag
Recap modals
Have to
Iets moet van een ander
(wettelijke) verplichting
Don't have to
Geen verplichting
Must (not)
Je vindt zelf dat iets (niet) moet
Should
Advies
Ought to
Advies (wel erg formeel)
Slide 13 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Both, either, neither, each, all, every, none.
Maart 2020
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
E grammar - 3H2 3 oktober
September 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Theme 3 - Herhaling van alle Grammar
September 2022
- Les met
36 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Stepping Stones VWO 3 Theme 3 Grammar
Januari 2023
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 49 les 1 AT3
December 2022
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Week 50 les 2 AT3
December 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Week 50 les 3 AT3
December 2022
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
so neither nor not either
November 2021
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school