H7, 1800-1900, deel 2

Bespreken huiswerk
vraag 2, blz 158-159
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bespreken huiswerk
vraag 2, blz 158-159

Slide 1 - Tekstslide

vraag 2
Dingen die de ik-persoon verzint:
• dat de vrouw Rika heet;
• dat ‘Rika’ blond haar en blauwe ogen heeft (en dat de vrouw weet dat de ik-persoon daar niet tegen kan);
• dat ‘Rika’ mogelijk voor een spoorwegramp vreesde.

Slide 2 - Tekstslide

vraag 3
Nee, want de ik-persoon kan nauwelijks iets van ‘Rika’ gezien hebben als ze allebei in een sneltrein zaten. Als hij bovendien de vrouw ‘slechts éénmaal’ heeft gezien, dan kan hij ook niet weten dat ze Rika heet. De beschreven gebeurtenis heeft dus alleen in zijn fantasie plaatsgevonden.
Toelichting
‘Aan Rika’ gaat over een fantasie over liefde op het eerste gezicht.

Slide 3 - Tekstslide

vraag 4

Slide 4 - Tekstslide

vraag 5
Rika is in de ogen van de ik-persoon zeker een ‘tijgerlelie’, want ze is (in de fantasie van de ik-persoon) heel mooi – een ‘lelie’ dus. Maar ze is ook een ‘tijger’ (gevaarlijk), want ze drijft de ik-persoon ertoe erover te fantaseren dat ze samen door een trein ‘verplet’ worden.
Toelichting
‘Lelie’ staat voor wat mooi en lieflijk is; ‘tijger’ voor gevaar en geweld. Rika is een ‘femme fatale’, een vrouw die mannen aantrekt en vervolgens in het verderf stort.

Slide 5 - Tekstslide

vraag 6
Eros’ betekent liefde en ‘Aan Rika’ gaat over verliefdheid’.
‘Thanatos’ betekent dood en de ik-persoon wil samen met Rika sterven (‘wat kon zaal’ger voor mij zijn,/ Dan […]/ Met u verplet te worden door één trein?’)
Liefdesdrift en doodsdrift zijn in dit gedicht, net als bij Freud, aan elkaar gekoppeld.
Toelichting
Volgens Freud bepalen liefdes- en doodsdrift het menselijk handelen. Alles wat we volgens hem doen, valt te herleiden tot die twee verlangens. Het verlangen van de ik-persoon in ‘Aan Rika’ is om samen met Rika te sterven (Thanatos). Dat verlangen komt voort uit de liefde (Eros) die hij voor haar voelt.

Slide 6 - Tekstslide

vraag 7
In ‘Aan Rika’ zitten de volgende tegenstellingen:
• werkelijkheid en fantasie/ideaal;
• diep liefdesgevoel en grote somberheid (‘geen enkel blij glimlachje’);
• de (verheven) gevoelens die de ik-persoon voor Rika heeft en de wens om samen met haar door een trein ‘verplet’ te worden;
• de ‘kennismaking’, die heel kort is, en de invloed op het ‘eindeloos levenspad’;
• de korte kennismaking en elkaars gevoelens kennen (‘gij wist toch dat ik daar niet tegen) kan’.

Slide 7 - Tekstslide

vraag 8
• ‘Aan Rika’ gaat over zwelgen in liefdesverdriet, want de gevoelens van de ik-persoon worden tot in het absurde overdreven.
• ‘Aan Rika’ drijft de spot met liefdesverdriet, want de gevoelens van de ik-persoon worden tot in het absurde overdreven.
Toelichting
Er is sprake van ironische overdrijving. Daardoor neem je de gevoelens van de ik-persoon niet serieus.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

maken vraag 1 t/m 10 bij §7.2, blz 154-157

Slide 20 - Tekstslide