Introductie + paragraaf 1

Chili
Hoofdstuk 3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chili
Hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Introductie op het hoofdstuk Chili

- Formatieve toets om jullie voorkennis te checken

- Uitleg bij paragraaf 1

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze periode doen?
Hoofdstuk 3: Chili, het land waar de aarde ophoudt

Gaat over: klimaat, aardbevingen en vulkanisme in Chili

Afsluiting: proefwerk in de toetsweek

Slide 3 - Tekstslide

Chili
Ligging: Zuid-Amerika

Langste land ter wereld
Kustlijn: Grote Oceaan

Bekend van: vulkanisme, wijngaarden, mijnwerkers

Slide 4 - Tekstslide

Natuurrampen
Chili kan de bingokaart van natuurrampen bijna compleet afstrepen:

Aardbevingen, vulkanen, tsunami's, orkanen, overstromingen, extreme droogte, extreme hitte.
Risico op een natuurramp

Slide 5 - Tekstslide

Welke kennis heb je al?
Om te checken hoeveel jullie al over het onderwerp weten:
Ga naar socrative.com
Login als student
Kamernaam: SELDENTHUIS, daarna eigen naam invullen
10 vragen maken voor jezelf

Over 10 minuten verder.

Slide 6 - Tekstslide

Klimaat
Chili heeft een bijzondere positie wat betreft klimaat.

Langgerekt + veel invloed van zee én een hooggebergte.

Noorden: subtropen, warm, droog.
Zuiden: gematigde zone, zeeklimaat.

Slide 7 - Tekstslide

Noord naar zuid:
Woestijnklimaat - Atacama-woestijn, droogste gebied op aarde. (BW)
Mediterraan klimaat - warme zomers, milde winters, zoals bv. Italië. (Cs)
Zeeklimaat - koeler en regenachtig, zoals hier. (Cf)

Géén landklimaat - daar is het land te smal voor.
Dit zijn afkortingen uit het klimaatsysteem van Köppen. Je moet de afkortingen van de klimaten in Chili kennen.

Slide 8 - Tekstslide

Klimaten van Köppen
Elk klimaat kan je aangeven met een lettercode. De hoofdletters staan voor de grote klimaatzones:
A = tropisch
B = droog
C = zeeklimaat
D = landklimaat
E = koud klimaat

A, C, D en E worden bepaald aan de hand van temperatuur; B op basis van neerslag.

Slide 9 - Tekstslide

Klimaten van Köppen
Achter de B kan een hoofdletter S (voor steppe) of W (voor woestijn) komen.

Achter de E kan een hoofdletter H (hooggebergte) of T (toendra) komen.

Achter de A, C en D komen kleine letters:
s: klimaat heeft een droge zomer
w: klimaat heeft een droge winter
f: klimaat heeft géén droge periode (voorbeeld: Nederland).

Slide 10 - Tekstslide

Droogte: klimaatfactoren
Waarom is de Atacama zo droog?
1. Hier ligt een hogedrukgebied (hoog = droog)
2. Zeestroom is koud, weinig verdamping/neerslag.
3. Andes houdt vochtige lucht vanuit Argentinië tegen (het gebied ligt in de regenschaduw)

Slide 11 - Tekstslide

Klimaatfactoren
Een klimaatfactor is iets dat invloed heeft op het klimaat (temperatuur en neerslag).
Luchtdruk maakt uit voor neerslag: lage druk is veel regen, hoge druk is weinig regen.
Zeestromen maken uit voor neerslag en temperatuur: koud is koele temperatuur, weinig neerslag, warm is omgekeerd. De Humboldtstroom bij Chili is koud.
Ligging van gebergten maakt uit voor neerslag en temperatuur: het houdt bij Chili vochtige lucht tegen. >>

Slide 12 - Tekstslide

Welk van die drie heeft geen invloed op de temperatuur in Chili?
A
Hogedrukgebied
B
Zeestroom
C
Andesgebergte

Slide 13 - Quizvraag

Aan welke zijde van een berg valt de meeste regen?
A
Loefzijde
B
Lijzijde

Slide 14 - Quizvraag

Uitzonderingsjaren: El Niño.
Sommige jaren is de koude zeestroom langs de kust warmer.

Gevolgen:
- Veel meer neerslag (en daardoor overstromingen, mislukte oogst enz)
- Minder visvangst

Slide 15 - Tekstslide

El Niño
In een El Niño-situatie draait de zeestroom tussen Zuid-Amerika en Australië, en komt er warm water van Australië richting onder andere Chili.

Warm water heeft minder zuurstof, en daardoor minder vissen.
Warm water verdampt sneller, dus er komt vochtige lucht van zee, die boven land verandert in neerslag.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maak: paragraaf 3.1 (inclusief opdracht bij Herhaling).

Klaar? Maak de opdracht 'Samenvatting'.

Helemaal klaar = verder met paragraaf 2.
Doornemen gedeelde LessonUp en start maken met de opgaven.

Slide 17 - Tekstslide