De structuur en kenmerken van een betogende tekst

De structuur en kenmerken van een betogende tekst
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De structuur en kenmerken van een betogende tekst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weten jullie hoe een betogende tekst in elkaar zit en wat de kenmerken zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over betogende teksten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een betogende tekst?
Een betogende tekst is een tekst waarin je een standpunt inneemt en dit met argumenten onderbouwt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van een betogende tekst
1. Inleiding '
2. Standpunt 
3. Argumenten 
4. Tegenargument 
5. Weerlegging van het tegenargument 
6.Conclusie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
De inleiding introduceert het onderwerp en trekt de aandacht van de lezer. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standpunt
Het standpunt is de mening of stelling die je wilt verdedigen in je betogende tekst. Je standpunt plaats je in je inleiding. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten
Argumenten zijn redenen of bewijzen die je gebruikt om je standpunt te ondersteunen. Deze leg je ook uit, bijvoorbeeld met voorbeelden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenargumenten
Tegenargumenten zijn argumenten die tegen je standpunt ingaan, maar die je weerlegt. Zo ziet de lezer ook de andere kant van het standpunt. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
De conclusie vat je standpunt en argumenten samen en sluit de tekst af.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf minstens 1 ding op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Ga aan de slag met paragraaf 2.3 Betogende teksten. 
Maak opdracht 1 tot en met 3. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies