!!!!! Les 3 formuleren (verwijzen naar personen of dingen)

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.
Startopdracht: lees in je leesboek
- Lesboek Nieuw Nederlands
- Leesboek
- Schrift en pen
timer
15:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.
Startopdracht: lees in je leesboek
- Lesboek Nieuw Nederlands
- Leesboek
- Schrift en pen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Jeugdjournaal
Bedenk 2 inhoudelijke vragen
(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Lesdoel en mededelingen
2. Terugblik
3. Formuleren
4. Aan de slag
5. Huiswerk en evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten? 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Werkwoordspelling

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Formuleren
Les 1
- Elke zin heeft een onderwerp en een persoonsvorm.
- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met en leesteken.

Slide 7 - Tekstslide

De- en het-woorden
Les 2
- De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk
- Het-woorden zijn onzijdig
- Bij de-woorden gebruik je deze en die
- Bij het-woorden gebruik je dit en dat

Slide 8 - Tekstslide

Verwijswoorden
Les 2
- Verwijswoorden verwijzen meestal terug naar iets.
- Deze en die gebruik je bij de-woorden en meervoud
- Dit en dat gebruik je bij het-woorden

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
De uitgedeelde opgaven

Slide 10 - Tekstslide

Verwijzen naar personen en dingen

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
- Werk in stilte
- Maak: de uitgedeelde opgaven
- Vragen? Steek je vinger op
 - Klaar? Werk in Numo aan je taak.
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord de of het krijgt.
2. Ik kan de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie
Wat heb je geleerd deze les?
Wat ging er goed?
Wat kan beter?

Slide 14 - Tekstslide