In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Voorbereiding
Waar houd je van? Van literatuur of lectuur?
En wat is eigenlijk het verschil?
Literatuur is verplicht. Waarom zou dat zijn?
Slide 1 - Tekstslide
Literatuur is belangrijk, omdat.....
Goed voor taalontwikkelingen woordenschat.
Goed voor algemene (persoonlijke) ontwikkeling, mensenkennis: literatuur brengt je in aanraking met andere mensen in andere situaties, je leert je te verplaatsen in ‘vreemde’ mensen en situaties goed voor algemene (interculturele) ontwikkeling, kennis van de wereld.
Goed voor algemene (culturele) ontwikkeling: brengt je in aanraking met bekende Nederlandse schrijvers en romans.
Goed voor je hersenen: “Wat sporten is voor je lichaam, is lezen voor je geest.”(Renate Dorrestein)
Slide 2 - Tekstslide
Doel literatuuronderwijs
Het is de bedoeling dat je je vermogen om literaire teksten te lezen ontwikkelt en (in de bovenbouw) verder ontwikkelt, zodat je steeds moeilijkere teksten kunt begrijpen en leert waarderen.
Slide 3 - Tekstslide
Lectuur versus literatuur
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Non-fictie is altijd literatuur.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Lectuur heeft minder diepgang dan literatuur.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Bij lectuur gaat het om wat de lezer wil horen.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Bij literatuur wil de schrijver de mens laten nadenken.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
In de literatuur hebben de boeken een happy end.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Oorlogsboeken behoren altijd tot de lectuur.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Doktersromans behoren tot de lectuur.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Bij lectuur worden de open plekken allemaal ingevuld.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Een misdaadroman behoort meestal tot de lectuur.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Lectuur krijgt veel aandacht in de pers en wordt in het onderwijs veel bestudeerd.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
In lectuur is het taalgebruik vaak .........
A
eenvoudiger
B
moeilijker
Slide 16 - Quizvraag
In lectuur zijn gebeurtenissen nogal .....
A
onverwachts
B
voorspelbaar
Slide 17 - Quizvraag
Wat vind je, is er een duidelijk onderscheid tussen literatuur en lectuur? Kun je uitleggen waarom wel/niet?
Slide 18 - Open vraag
Literatuur
Lezen
Origineel en natuurlijk taalgebruik
Ontwikkeling personage
Gedachten/motieven staan centraal
Open plekken
Vaker maatschappijkritisch
Lezer laten nadenken
Onverwachts
Onderwerp van onderzoek
Wordt langer gelezen
Artistieke erkenning (kunst)
Lectuur
Lezen
Eenvoudig taalgebruik
Meer stereotiepe personages
Vaste rolpatronen (handelingen en acties)
Gelukkig einde
Volgens heersend moraal
Lezer vermaken
Voorspelbaar
Slide 19 - Tekstslide
Literatuur of lectuur?
Slide 20 - Tekstslide
Wat voor een tekst is dit?
A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie
Slide 21 - Quizvraag
Een stripboek over Donald Duck
A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur/ non-fictie
D
lectuur / non-fictie
Slide 22 - Quizvraag
Doktersromannetjes
A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur /non-fictie
Slide 23 - Quizvraag
A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie
Slide 24 - Quizvraag
A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie
Slide 25 - Quizvraag
Doen
Lees H2 Literatuur of lectuur? Blz. 4-5 reader
- Tip: maak een samenvatting over de belangrijkste informatie over de les van vandaag.
- Noteer aantekeningen over 'boek 1' die passen bij de theorie van vandaag