In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Maatschappijleer
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen deze les?
Journaal kijken
Herhalen analyse maatschappelijk vraagstuk
Oefenen (Dit onderdeel vind je in komend SE terug)
Werk afronden en aftekenen
Slide 2 - Tekstslide
www.npostart.nl
Slide 3 - Link
AMV: Wat moet je komend SE kennen en kunnen?
De vier kenmerken van een maatschappelijk probleem kennen en herkennen.
Belangen en belangentegenstellingen
Normen en waarden kennen en herkennen
Minimaal 7 machtsmiddelen kennen en herkennen.
Slide 4 - Tekstslide
Kenmerken van maatschappelijke problemen kennen en herkennen
Het gaat om een sociaal probleem. Veel mensen hebben er last van.
Er zijn veel verschillende meningen over.
Het vraagstuk krijg (veel) aandacht in de media
De overheid/politiek kan het probleem samen met burgers en organisaties oplossen.
Let op! Bij de Analyse Maatschappelijk Vraagstuk kan je de kenmerken van een AMV herkennen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is GEEN kenmerk van een maatschappelijk probleem?
A
Er zijn verschillende meningen over
B
Grote groepen mensen zijn betrokken
C
Het betreft een aantal mensen voor wie het probleem heel groot is
D
De overheid is nodig voor een oplossing
Slide 6 - Quizvraag
Een maatschappelijk probleem
geen maatschappelijk probleem
Er is maar één oplossing
Het probleem krijgt veel aandacht in de media
De politiek bemoeit zich met het probleem
Veel mensen hebben ermee te maken
Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
weinig mensen hebben ermee te maken
Het probleem krijgt weinig aandacht in de media
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Video
Waarden
Normen
De principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven
De regels die bepalen hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
Slide 9 - Tekstslide
Mensen denken verschillend over oorzaken en oplossingen van maatschappelijke problemen. Dit heeft alles te maken met normen en waarden.
Slide 10 - Tekstslide
Waarden zijn:
A
oplossingen die in het belang zijn van veel mensen.
B
principes die mensen belangrijk vinden in het leven.
C
de belangen die mensen bij een kwestie hebben.
D
alle ongeschreven regels bij elkaar.
Slide 11 - Quizvraag
Een norm is
A
een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
B
een principe dat je belangrijk vindt in het leven
C
een voordeel dat je ergens van hebt
D
is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
Slide 12 - Quizvraag
Zijn normen afgeleid van waarden, of waarden afgeleid van normen?
A
Normen zijn
afgeleid van waarden
B
Waarden zijn
afgeleid uit normen
Slide 13 - Quizvraag
Belang >
Het voordeel wat je ergens aan hebt.
Belangentegenstellingen >
Het belang van de één botst wel eens met het belang van de ander.
Dilemma >
Een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die allemaal duidelijke nadelen hebben.
Slide 14 - Tekstslide
Je hebt ergens voordeel aan. Bijvoorbeeld dat de prijzen van mobiele telefoons omlaag gaan.
Verschillende groepen hebben verschillende belangen.
bijvoorbeeld de organisatie van ee festival en de bewoners die in de buurt wonen.
Wat zouden de botsende belangen kunnen zijn?
Bedenk een belangentegenstelling op het gebied van parkeren in de binnenstad
Een tweede reden waarom mensen verschillend denken over oplossingen voor een maatschappelijk probleem zijn belangentegenstellingen.
Slide 15 - Tekstslide
Als het belang van de een botst met het belang van de ander noem je dat:
A
Ruzie
B
onenigheid
C
belangentegenstelling
D
belangstelling
Slide 16 - Quizvraag
Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid
Slide 17 - Quizvraag
Macht = de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden. Hierbij maak je gebruik van machtsmiddelen = middelen waarmee je gedrag van anderen kunt beïnvloeden.
Belangrijke machtsmiddelen zijn:
functie/beroep
kennis/vaardigheden
contact invloedrijke personen,
contact met media/
aantal mensen dat iets wil/macht van getal
geld
overtuigingskracht/ gezag.
deel uitmaken van adviesorganen
Hoe zorg je dat de overheid jouw belangen behartigt?
MACHT EN MACHTSMIDDELEN
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht: machtsmiddelen
Aantal personen
Status/aanzien
Overtuigingskracht
Geld
Functie/beroep
Kennis en vaardigheden
Geweld
Toegang tot media
Slide 19 - Sleepvraag
Oefenen met de analyse
Lees eerst de vragen die je moet maken
Ga in de tekst opzoek naar het antwoord op de vraag