BVVJ Thema 7.4 Bevruchting

BVVJ Thema 7.4 Bevruchting
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BVVJ Thema 7.4 Bevruchting

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk opbouw
1. Bloemen
2. Bestuiving 
3. Een verslag maken
4. Bevruchting
5. Vruchten en zaden 
6. Voortplanting met bevruchting 
Samenhang 
Extra stof 

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
1. Bloem - De dovenetel, kroonblad, meeldraad, stamper, kelkblad
2. Bestuiving - Nectar, Windbloemen, Insectenbloemen

Slide 3 - Tekstslide

Waarom heeft een bloem opvallende kleuren?

Slide 4 - Open vraag

Stuifmeelkorrels van een bloem komen terecht op de stempel van een andere bloem. Hoe noemen we dit?
A
Geen bestuiving
B
Verplaatsing
C
Bestuiving
D
Nectar

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we een bloem waarbij de wind zorgt voor bestuiving?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten gaat 
Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel

Slide 7 - Tekstslide

Bevruchting
Na de bestuiving komen de stuifmeelkorrel en de eicel in het zaadbeginsel bij elkaar. Als ze samensmelten, is er bevruchting

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Eicel
Het vruchtbeginsel is deel van de stamper. 
In een vruchtbeginsel zitten zaadbeginsels.
In elke zaadbeginsel zit één eicel. 
Een eicel heeft een kern. 

Slide 10 - Tekstslide

Stuifmeelbuis
Er zitten drie stuifmeelkorrels op de stempel.
 Uit elke stuifmeelkorrel groeit een buisje. Stuifmeelbuis. 
Hierin zit de kern van de stuifmeelkorrel. De stuifmeelbuizen groeien door de stijl heen naar de eicellen in het vruchtbeginsel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Bij bestuiving komen de stuifmeelkorrels terecht op de..........

Slide 14 - Open vraag

Hoe heet het buisje wat uit de stuifmeelkorrel groeit?
A
Korreltunnel
B
Stuifmeelbuis
C
Meelbuisje
D
Tunnel van stuif

Slide 15 - Quizvraag

Bevruchting
De kern van de stuifmeelkorrel gaat nu de eicel in. 
Daar versmelt de kern van de stuifmeelkorrel met de kern van de eicel. 
Dit heet bevruchting
De twee kernen worden samen één nieuwe kern. 
Er ontstaat een bevruchte eicel

Slide 16 - Tekstslide

Bevruchte eicel
Na bevruchting gaan de bevruchte eicel, het zaadbeginsel en het vruchtbeginsel groeien. 
Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem. 
Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. 
Elk zaad bevat een kiem. 
De kiem groeit uit tot een nieuwe plant. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Een of meer zaden
Uit een vruchtbeginsel ontstaat een vrucht. 
Een vrucht bevat zaden. 
Sommige vruchten hebben maar één zaad, andere vruchten hebben meerdere zaden
Elk zaad is ontstaan uit een zaadbeginsel met een bevruchte eicel. 

Slide 19 - Tekstslide

Eén zaad vrucht

Slide 20 - Tekstslide

Meerdere zaden

Slide 21 - Tekstslide

Groente & Fruit met meerdere zaden

Slide 22 - Woordweb

Uit een zaadbeginsel ontstaat een......?
A
Zaad
B
Kiem
C
Vrucht
D
Plant

Slide 23 - Quizvraag

Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten gaat.

Slide 24 - Tekstslide

Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel

Slide 25 - Tekstslide

Mijn lievelings fruit is...

Slide 26 - Woordweb

Maken en lezen
Blz 148 t/m 154 
Opdrachten 1 t/m 7+ 
Niet opdracht 6

Slide 27 - Tekstslide