2TL2 donderdag 11 mei

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Welkom 2TL2

Programma van de les 2TL2

donderdag 11 mei 2023

Programma:

• Opening
• Aanwezigheid
• Afspraken
• Huiswerk
• Aan de slag
• Afsluiting 

Lesdoel:

Allereerst...

Is iedereen aanwezig?

Afspraken

• Mobiel in de bak
• Niet eten in de les
• Boek mee
• Schrift mee
• Pen mee

Planning

Taalverzorging H3 : blz. 80/81

Taalverzorging H4: blz. 106/107

Taalverzorging H3 : blz. 84/85

Fictie + stillezen + bieb

Woordenschat H3 : blz. 76/77 enz. 2 lessen

Woordenschat H4: blz. 102/103 enz. 2 lessen

Woordenlijst meegeven + Oefentoets Woordenschat + Stillezen

Naar de bibliotheek.: Boek lenen en daar een boekopdracht over maken.

LEESV. behandelen. Deze samenvoegen met het woordenschatcijfer.

Na de meivakantie werkstuk maken… Mee aan de slag in de lessen. Werkstuk presenteren = spreekvaardigheidcijfer

Huiswerk

Maken opdracht 1, 2, 3 en 5 blz 106/107.

Huiswerk wordt gecontroleerd.

Ontleden in zinsdelen

1. Persoonsvorm

2.Onderwerp

3.Werkwoordelijk gezegde

4. Lijdend Voorwerp

Nieuwe stap

1. Persoonsvorm

2.Onderwerp

3.Werkwoordelijk gezegde

4. Lijdend Voorwerp

5. Meewerkend voorwerp

Meewerkend voorwerp blz 106

Aan wie + Werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp

Antwoord hierop is het meewerkend voorwerp

Kun je aan weglaten of toevoegen?

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Bladzijde 84/85

vdw als bn

De foto is vergroot --> de vergrote foto.

Ik verwacht hem elk moment --> de verwachte vriend.

De weg is verbreed --> de verbrede weg.

Regel

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je
zo kort mogelijk!

Voorbeeld

De vergrote foto      (niet vergrootte).

De verwachte vriend        (niet verwachtte).

De verbrede weg           (niet verbreedde).

Maar: Het kind is gered --> Het geredde kind. 

Maar...

Er is een uitzondering (duh!)

Als het voltooid deelwoord eindigt op -en. Dan eindigt een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord óók op -en.

Voorbeeld 

Zijn fiets is daar gevonden. --> De gevonden fiets.

De ouders zijn vertrokken. --> De vertrokken ouders.

Trucje

Vul het vdw eerst in in deze zin:

Hij is ... 

--> hij is gevonden --> Het gevonden kind. 

--> Hij is gepakt --> De gepakte jongen. 

Aan de slag!

Maak opdracht: startopdracht, 1 & 2 van blz. 84 en 85