5.2 Taken van de regering

5.2 Taken van de regering
Blz. 58
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 Taken van de regering
Blz. 58

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kun je:
  1. Uitleggen wat de taken zijn van de regering
  2. Drie belangrijke taken van de koning omschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Regering ≠ Kabinet
De regering bestaat uit de Koning en de ministers
Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen


Slide 3 - Tekstslide

Ministers en staatssecretarissen
Elke minister heeft zijn eigen beleidsterrein. De minister geeft leiding aan een ministerie waar duizenden ambtenaren werken. De minister is politiek verantwoordelijk voor wat ambtenaren doen. Een minister heeft vaak een staatssecretaris naast zich en soms zelfs een tweede. Dit is een soort hulpminister die verantwoordelijk is voor een deel van het beleidsterrein van de minister. 
Ze lossen de dagelijkse problemen op en hebben de dagelijkse leiding over het land. De ministers vormen samen de ministerraad




Slide 4 - Tekstslide

Ministers en staatssecretarissen

Ministers en staatssecretarissen zijn samen verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het overheidsbeleid. Hun taken zijn:
  • Het maken van wetsvoorstellen
  • Het uitvoeren van eenmaal aangenomen wetten; 
  • Het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze aanbieden aan het parlement. Dit gebeurt op Prinsjesdag.



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Belangrijke begrippen
Vraag 1: Wat is de troonrede?
Een overzicht van wat de ministers hebben bereikt en welke plannen ze hebben voor het komend jaar.

Vraag 2: Wat is de rijksbegroting?
Het overzicht van alle inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.

Vraag 3: Wat zijn de algemene beschouwingen?
Een debat over de plannen van het kabinet met de minister-president. 

Slide 7 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Vraag 1:
Wat is de troonrede?
Vraag 2:
Wat is de rijksbegroting?
Vraag 3:
Wat zijn de algemene beschouwingen?

Slide 8 - Tekstslide

Nederland als monarchie
-De koning is staatshoofd door erfopvolging en lid van de regering. De bevoegdheden en de macht van de koning zijn beperkt door de Grondwet (constitutie)

- De koning is onschendbaar. De ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid en daarom zijn de ministers verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet in het openbaar (ministeriële verantwoordelijkheid).

- De koning als staatshoofd overlegt regelmatig met de minister-president en de ministers.
De inhoud van al deze gesprekken is geheim; dit wordt het Geheim van Noordeinde genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijke taken koning
  • Beëdigen ministers, staatssecretaris en andere hoge functionarissen.
  • Symbolische functie: handtekening zetten onder alle wetten en regelmatig overleggen met de minister-president.
  • Ceremoniële functie: het voorlezen van de troonrede op Prinsjesdag.
  • Representatieve functie: ons land vertegenwoordigen in het buitenland



Slide 10 - Tekstslide

Republiek
Staatshoofd wordt gekozen door het volk. Bijv. Biden in de VS.





Elke vier jaar wordt een ander staatshoofd gekozen.

Monarchie (constitutioneel)
Staatshoofd wordt bepaald door erfopvolging 




Dit hebben we in Nederland. Koning Willem Alexander geeft het op zijn beurt weer door aan zijn dochter Amalia.

Slide 11 - Tekstslide

Extra oefenvragen

Slide 12 - Tekstslide

Wie zitten er in de regering?
A
Ministers en de staatsecretarissen
B
Ministers en de Koning
C
Koning en de Koningin
D
Kabinet en de Koning

Slide 13 - Quizvraag

Welke taken hebben ministers?
A
wetsvoorstellen maken en de wetten uitvoeren
B
stemmen over wetten en de troonrede voorlezen
C
handtekening zetten onder wetten en de wetten uitvoeren
D
stemmen over wetten en de Tweede Kamer controleren

Slide 14 - Quizvraag

Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
Schoof
B
Voorzitter Tweede Kamer
C
Koning Willem-Alexander
D
Koningin Maxima

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
Dan leest de Koning de Troonrede voor.
B
Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
C
Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.

Slide 16 - Quizvraag

Wat zit er NIET in het
Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De Rijksbegroting
C
De Miljoenennota
D

Slide 17 - Quizvraag

Opdrachten
Vragen bij 5.2:
Vraag 6 tot en met 9

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Uitleggen wat de taken zijn van de regering
  2. Drie belangrijke taken van de koning omschrijven





Slide 19 - Tekstslide