2.4 De erfenis van Alexander de Grote

Welkom bij GS!
  1. Zit je telefoon in de tas?
  2. Pak je laptop erbij.
  3. Kom in de Lessonup! 
  4. Ben je zover? Toppertje 

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij GS!
  1. Zit je telefoon in de tas?
  2. Pak je laptop erbij.
  3. Kom in de Lessonup! 
  4. Ben je zover? Toppertje 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling par 2.1, 2.2 & 2.3 (6)
  2. Leerdoelen
  3. Start maken met paragraaf 2.4 
  4. Alexander de Grote
  5. SO uitleg
  6. Aan de slag!


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling par 2.1: Wat is een Polis?
Ook wel een stadstaat genoemd
A
Een Griekse provincie
B
Een Griekse stad buiten Griekenland
C
Een stad met een eigen bestuur
D
Een Griekse burger in de politiek

Slide 3 - Quizvraag

Herhaling par 2.1: Wat is ostracisme?
A
Het verbannen van criminelen.
B
Het verbannen van mensen die de democratie bedreigden.
C
Het breken van potten om scherven te krijgen.
D
Het voorkomen van machtsmisbruik.

Slide 4 - Quizvraag

Herhaling par 2.1: Sleep de afbeeldingen bij het juiste begrip.
Directe Democratie
Indirecte Democratie

Slide 5 - Sleepvraag

Herhaling par 2.2: Wat is een monarchie?
A
Een regering van een kleine groep belangrijke mensen
B
Een regering waarbij het volk beslist
C
Een regering door een vorst, meestal een koning
D
Een regering met een alleenheerser die de macht gegrepen heeft

Slide 6 - Quizvraag

Herhaling par 2.3: Wat zijn mythen?
A
Verhalen waarin oude gebruiken een rol spelen
B
Verhalen waarin goden,  helden en wezens een rol spelen
C
Mensen die makkelijk over te halen zijn
D
Verhalen waarin mensen,  dieren en wezens een rol spelen

Slide 7 - Quizvraag

Herhaling par 2.3: Twee uitspraken over de Olympische Spelen:

I. De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.
D
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist.

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • Wie Alexander de Grote was.
  • Ook weet je hoe Alexander de Grote aan de macht kwam.
  • En je weet hoe groot het rijk van Alexander de Grote was.

Slide 9 - Tekstslide

2.4 De erfenis van Alexander de Grote

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Alexander de Grote

Slide 12 - Woordweb

Alexander de Grote
  • 356 - 323 v. Chr.
  • Alexander de Grote was een koning van Macedonië.
  • Was 20 jaar toen hij koning werd.
  • Zoon van Filippus II.
  • Een enorm koninkrijk!
  • Doodsoorzaak onbekend.
  • Zoon van Zeus genoemd.
  • Volgens Orakel: Onoverwinnelijk!
  • Goede opleiding!
  • Bucephalus (koeienkop).

Slide 13 - Tekstslide

Gedwongen samenwerking
  • Filippus II koning Macedonië - vader Alexander de Grote.
  • De Griekse Stadstaten (Poleis) waren verzwakt.
  • Alle stadstaten > 1 rijk (behalve Sparta)
  • Met alle legers wilde hij wraak nemen op de Perzen, maar eigenlijk wilde hij....
  • Zijn koninkrijk uitbreiden!
  • Nog voordat hij de plannen kon uitvoeren werd Filippus II vermoord.

Slide 14 - Tekstslide

Alexanders veroveringen
  • Na de moord op koning Filippus 2 komt Alexander de Grote aan de macht. Alexander voert de plannen van zijn vader uit!

  • Binnen 8 jaar van Egypte tot aan India!
  • 'Tot aan het einde van de wereld'
  • Zijn soldaten wilden niet meer!
  • Terugtocht uit India stierven veel soldaten.
  • Alexander stierf en zijn rijk viel uit elkaar, zijn generaals wilden een eigen rijk.

Slide 15 - Tekstslide

Met welke stelling ben je het eens?

Stelling I: Alexander deed alles anders dan zijn vader.
Stelling II: Alexander voerde de plannen uit van zijn vader.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling I: Juist Stelling II: Onjuist
D
Stelling I: Onjuist Stelling II: Juist

Slide 16 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • Wie Alexander de Grote was.
  • Ook weet je hoe Alexander de Grote aan de macht kwam.
  • En je weet hoe groot het rijk van Alexander de Grote was.

Slide 17 - Tekstslide

LD: Alexander de Grote kwam uit ...
A
Macedonië
B
Griekenland
C
Athene
D
Perzië

Slide 18 - Quizvraag

LD: Wie was de vader van Alexander de Grote?
A
Xerxes
B
Filippus
C
Fillips
D
Hippias

Slide 19 - Quizvraag

LD: Hoe komt Alexander de Grote aan de macht?
En wat voert hij direct uit?

Slide 20 - Open vraag

LD: Alexander de Grote veroverde gebied in 3 continenten. Welke 3 waren dat? Sleep ze naar de juiste plek. 
Afrika
Europa
Azië
Noord-Amerika
Zuid-Amerika
Oceanië

Slide 21 - Sleepvraag

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen.
LD1: Wie Alexander de Grote was.
LD2: Ook weet je hoe Alexander de Grote aan de macht kwam.
LD3: En je weet hoe groot het rijk van Alexander de Grote was.
Ja!!
Nee, totaal niet...
Nog niet, wel bijna!

Slide 22 - Poll

SO Paragraaf 2.1, 2.2 & 2.3
Hoofdstuk 2 De oude Grieken

Paragraaf 2.1 Griekse Stadstaten
Opdracht 2, 3, 4a, 4b, 5, 6, 7, 8, 9, 10 & 11

Paragraaf 2.2 Oorlogen om vrijheid en macht
Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 & 11

Paragraaf 2.3 Griekse goden en helden
Opdracht 2, 3, 4, 5 & 6
Olympische spelen video (kijken tot 4:20): https://schooltv.nl/video/vroeger-zo-olympische-spelen-vroeger-nu/

-Aantekeningen
-Afbeeldingen
-Begrippen















Slide 23 - Tekstslide

Aan de Slag!
Boek 1 vmbo-t/havo
Paragraaf 2.4 De erfenis van Alexander de Grote
Opdracht 2, 3 & 4

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welkom bij GS!
  1. Zit je telefoon in de tas?
  2. Pak je laptop erbij.
  3. Kom in de Lessonup! 
  4. Ben je zover? Toppertje 

Slide 26 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Afmaken paragraaf 2.4 
  4. Hellenisme
  5. Video Alexander de Grote
  6. Aan de slag!


Slide 27 - Tekstslide

Herhaling: Alexander de Grote kwam uit ...
A
Macedonië
B
Griekenland
C
Athene
D
Perzië

Slide 28 - Quizvraag

Herhaling: Met welke stelling ben je het eens?

Stelling I: Alexander deed alles anders dan zijn vader.
Stelling II: Alexander voerde de plannen uit van zijn vader.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling I: Juist Stelling II: Onjuist
D
Stelling I: Onjuist Stelling II: Juist

Slide 29 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • Hoe Alexander de Grote de Griekse cultuur verspreidde over zijn rijk.
  • Ook weet je waarom hij de verspreiding van de cultuur zo belangrijk vond. 
  • En je kent het begrip Hellenisme.

Slide 30 - Tekstslide

Wat betekent cultuur?
A
Gewoontes die horen bij een bepaalde groep
B
Godsdienst en tradities
C
De rechten van een groep mensen
D
Wat is verzonnen door de mens

Slide 31 - Quizvraag

Hellenisme
  • Door de overwinningen van Alexander de Grote raakte de Griekse cultuur bekend.
  • Griekse kunst, filosofie en wetenschap werd overgenomen.
  • Verspreiding: Trouwen, steden stichten (Alexandria) en Grieks was de moedertaal.
  • Doel: Eenheid creëren in zijn rijk.

  • Hellenisme - Het overnemen van de Griekse cultuur door andere volken.
  • Griekenland (Hellas)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

LD: Wat is Hellenisme?
A
De verspreiding van de Romeinse cultuur.
B
De verspreiding van de Macedonische cultuur.
C
De verspreiding van de Griekse cultuur.
D
De verspreiding van de Egyptische cultuur.

Slide 35 - Quizvraag

4

Slide 36 - Video

Leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • Hoe Alexander de Grote de Griekse cultuur verspreidde over zijn rijk.
  • Ook weet je waarom hij de verspreiding van de cultuur zo belangrijk vond.
  • En je kent het begrip Hellenisme.

Slide 37 - Tekstslide

LD: Op welke 3 manieren zorgde Alexander de Grote voor de verspreiding van de Griekse cultuur en met welk doel?

Slide 38 - Open vraag

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen.
LD1: Hoe Alexander de Grote de Griekse cultuur verspreidde over zijn rijk.
LD2: Ook weet je waarom hij de verspreiding van de cultuur zo belangrijk vond.
LD3: En je kent het begrip Hellenisme.
Ja!!
Nee, totaal niet...
Nog niet, wel bijna!

Slide 39 - Poll

SO Paragraaf 2.1, 2.2 & 2.3
Hoofdstuk 2 De oude Grieken

Paragraaf 2.1 Griekse Stadstaten
Opdracht 2, 3, 4a, 4b, 5, 6, 7, 8, 9, 10 & 11

Paragraaf 2.2 Oorlogen om vrijheid en macht
Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 & 11

Paragraaf 2.3 Griekse goden en helden
Opdracht 2, 3, 4, 5 & 6
Olympische spelen video (kijken tot 4:20): https://schooltv.nl/video/vroeger-zo-olympische-spelen-vroeger-nu/

-Aantekeningen
-Afbeeldingen
-Begrippen















Slide 40 - Tekstslide

Ik heb vragen over de SO
Par 2.1, 2.2 & 2.3
Ja
Nee

Slide 41 - Poll

Aan de Slag!
Boek 1 vmbo-t/havo
Paragraaf 2.4 De erfenis van Alexander de Grote
Opdracht 5, 6, 7 & 8
Extra: 9 

Slide 42 - Tekstslide

00:15
Wie is de echte vader van Alexander de Grote?
A
Aristoteles
B
Filippus II
C
Zeus

Slide 43 - Quizvraag

02:18
Kwart miljoen soldaten, hoeveel zijn dat er?
A
25.000
B
2500
C
250.000
D
250.000.000

Slide 44 - Quizvraag

02:59
Waarom liet hij een generaal met leger achter in de veroverde steden?
A
Om toezicht te houden en de verspreiding van de Griekse cultuur.
B
Omdat het leger te groot werd om eten te geven.
C
Omdat hij bang was de macht te verliezen over zijn leger .

Slide 45 - Quizvraag

05:16
Alexander de Grote is een ...
Vorst
Moordenaar

Slide 46 - Poll