Je kunt in box 1 met behulp van het schijventarief de belasting berekenen.
Je kunt uitleggen wat een progressief belastingtarief is.
Je kunt de vermogensrendementsheffing in box 3 berekenen.
Je kunt uitleggen wat de heffingskorting is en de verschuldigde inkomstenbelasting berekenen.
Slide 3 - Tekstslide
Begrippen paragraaf 6.2
Fictief rendement
Heffingskorting
Heffingsvrij vermogen
Progressief belastingtarief
Schijventarief
Vermogen
Vermogensrendementsheffing
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 6.3
Je kunt uitleggen hoe de overheid de inkomens van actieven en inactieven herverdeelt.
Je kunt gevolgen van vergrijzing voor de AOW noemen.
Je kunt vaststellen wanneer er sprake is van nivellering of denivellering.
Slide 5 - Tekstslide
Actieven en inactieven
Mensen met betaald werk worden gerekend tot de actieven.
Van hun inkomen staan actieven een deel af in de vorm van premies en belasting.
Een deel daarvan gaat als uitkering naar de inactieven. Dat zijn mensen zonder betaald werk die een uitkering ontvangen.
Ze zijn bijvoorbeeld arbeidsongeschikt, werkloos of met pensioen.
Om de sociale zekerheid betaalbaar te houden, moeten er genoeg actieven zijn. Om dit te kunnen checken gebruiken we de i/a ratio, hier kun je de verhouding tussen inactieven en actieven zien.
Slide 6 - Tekstslide
AOW
Een groot deel van de inactieven bestaat uit AOW'ers. Iedereen die de pensioenleeftijd bereikt, heeft recht op een uitkering van de AOW (Algemene Ouderdoms Wet).
Het aantal mensen dat een AOW-uitkering krijgt stijgt ieder jaar. Dat is een gevolg van de vergrijzing. Bij vergrijzing neemt het aandeel ouderen in de totale bevolking toe. De gemiddelde leeftijd wordt dus hoger.
Actieven betalen premies voor de AOW. Door vergrijzing hebben steeds meer mensen hier recht op. Om de AOW betaalbaar te houden, heeft de overheid besloten om de AOW-leeftijd te verhogen.
Slide 7 - Tekstslide
Nivellering
Wanneer de verschillen in inkomens in verhouding (procenten) kleiner worden, noem je dat nivellering.
Er is sprake van nivellering als de lage inkomens er in procenten meer op vooruitgaan dan de hoge inkomens.
Het omgekeerde heet denivellering. Door te denivelleren worden de verschillen in inkomens in verhouding groter.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Je kunt nu
Je kunt uitleggen hoe de overheid de inkomens van actieven en inactieven herverdeelt.
Je kunt gevolgen van vergrijzing voor de AOW noemen.
Je kunt vaststellen wanneer er sprake is van nivellering of denivellering.
Slide 10 - Tekstslide
Begrippen paragraaf 6.3
Actieven
Denivellering
Inactieven
Nivellering
Vergrijzing
Slide 11 - Tekstslide
Aan het werk!
Maken opdrachten 6.3: 3, 4, 5, 7, 8 en 9
Maken Rekenopdrachten: 11
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.