1 coördineren = zo organiseren dat alles goed verloopt
2 stimuleren = aanmoedigen
3 voorzien van = geven
4 aangaan = met iets beginnen
5 aanslaan = een succes zijn
6 onder de loep nemen = nauwkeurig onderzoeken
7 schaduwzijde = bezwaren, nadelen
8 richtlijn = aanwijzing voor hoe iets moet en wat niet mag
9 berucht = bekend door iets slechts
10 aangrijpend = ontroerend, hartverscheurend