Les 1 Par. 4.1 Van stad naar wereldrijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Het Romeinse Rijk

par. 4.1 Van stadstaat tot wereldrijk

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Leerdoel

Aan het eind van deze paragraaf kun je herkennen en uitleggen op welke manier het Romeinse Rijk zich ontwikkelde van stadstaat tot enorm wereldrijk, en hoe dit rijk door de eeuwen heen werd bestuurd.

Les 1:

Wat gaan we doen?

Samen lezen stukje van koninkrijk naar republiek (GWP infoboek blz.74)

Schrijf de dikgedrukte woorden in je schrift: republiek en senaat

Kijken hoe Rome is ontstaan:

mythe of wetenschap

Huiswerk:

maken GWP werkboek blz. 97

opdr. 1

Ontstaan Rome

• mythologische verklaring: mythe van de twee broers Romulus en Remus

• wetenschappelijke verklaring: Rome is ontstaan uit een aantal dorpen die op de 7 heuvels bij de rivier de Tiber liggen. De dorpjes smolten samen tot een grote stad.
  
• zie tekst blz.74

Huiswerk

Par. 4.1 blz. 74, opdr. 1

Koninkrijk?

• De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

• Romulus zou Rome in 753 voor chr. gesticht hebben, maar of dit waar is....?
  

De Romeinse Republiek

(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)

• De laatste koning wordt verdreven
• De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.
• De Republiek gebruikt als afkorting Senatus Populusque Romanus (= De Senaat en het Volk van Rome)

Senatus Populusque Romanus

(De Senaat en het Volk van Rome)

De Romeinse Republiek (1)

• De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak in het Latijn.

• Op papier is de republiek een democratie...

• ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht: mannen uit rijke aanzienlijke families. Dit heet: aristocratie

De Romeinse Republiek (2)

• De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

• Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls

• Zij voerden de besluiten van de senaat uit

het purperen (of paars of donkerrode) randje van een toga (= de kleding van de rijkere mannen) gaf aan hoe belangrijk iemand was: hoe breder het randje , des te meer macht dat iemand had.

Purper was een enorm kostbare kleurstof, dus moest je heel rijk zijn om een kledingstuk te hebben van die kleur.

De kleurstof purper is afkomstig uit een kliertje van zeeslakken.

het purperen (of paars of donkerrode) randje van een toga (= de kleding van de rijkere mannen) gaf aan hoe belangrijk iemand was: hoe breder het randje , des te meer macht dat iemand had.

Purper was een enorm kostbare kleurstof, dus moest je heel rijk zijn om een kledingstuk te hebben van die kleur.

De kleurstof purper is afkomstig uit een kliertje van zeeslakken.

Romeinse veroveringen

blz. 75

samen lezen

Romeins leger

goed georganiseerd

goed bewapend

goede discipline (strenge straffen)

goede beloning

oorspronkelijk alleen Romeinen, maar later ook soldaten uit overwonnen gebieden (hulptroepen)

Zware bepakking

Romeinse soldaten droegen alles wat ze nodig hadden. Ze hadden een handig houten frame met daaraan een zak met eten, een waterzak en kookspullen. Ook hadden ze twee palen en een schep of mand bij zich. Aan het einde van elke dag bouwden de soldaten hiermee een kamp met een muur eromheen. Daarna zetten ze binnen de muur hun tenten op en maakten ze hun eten klaar.

Hulptroepen

In de legioenen vochten alleen Romeinse burgers. Andere inwoners van het rijk konden meevechten als hulptroepen. Deze hulptroepen bestonden vaak uit ruiters en boogschutters, die de legioenen ondersteunden. Op dit reliëf zie je links Romeinse soldaten en rechts hulptroepen te paard. Net als de legioensoldaten waren hulptroepen 25 jaar in dienst. Na deze diensttijd werden ze Romeins burger. Op deze manier kon je als Galliër of Egyptenaar dus Romein worden.

Goed getraind

De Romeinen hadden een sterk leger. Romeinse soldaten waren goed getraind en bewapend. Ze droegen een zwaar pantser, een groot schild en een helm en vochten met een speer en zwaard. Ze oefenden elke dag en hadden veel discipline. Romeinse legers konden zich dankzij de wegen snel verplaatsen. Ze konden dus snel reageren op een opstand of een aanval. Door hun sterke leger konden de Romeinen een groot rijk veroveren.

Bouwen en bewaken

Romeinse soldaten deden veel meer dan alleen vechten. Ze bouwden hun eigen forten, legden wegen en kanalen aan en bouwden theaters en aquaducten. Ook hielpen ze gouverneurs als een soort politie. Op dit reliëf zie je hoe Romeinse soldaten een stenen fort bouwen. Het reliëf is een deel van een overwinningszuil uit Rome. De zuil is bedekt met afbeeldingen, zoals deze van de veldtocht van keizer Trajanus.

De Romeinen hadden een sterk leger. Romeinse soldaten waren goed getraind en bewapend. Ze droegen een zwaar pantser, een groot schild en een helm en vochten met een speer en zwaard. Ze oefenden elke dag en hadden veel discipline. Romeinse legers konden zich dankzij de wegen snel verplaatsen. Ze konden dus snel reageren op een opstand of een aanval. Door hun sterke leger konden de Romeinen een groot rijk veroveren.

huiswerk

opdr. 2, 3 en 4

blz. 97 en 98