TV 7 : "Tijd van pruiken en revoluties"

Tijdvak 7
Tijdvak 8
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2-4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Tijdvak 7
Tijdvak 8

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Herhalen tijdvak 6
  • Tijdvak 7 en deel tijdvak 8
  • Afsluiten

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd uit het vorige college over de Gouden eeuw?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat Driehoekshandel is.

Slide 4 - Open vraag

De Driehoekshandel is de handel in slaven. Vanuit Nederland werden
ruilgoederen vervoerd naar Afrika. Daar werden ze geruild voor Afrikaanse
slaven. De slaven werden naar Amerika vervoerd en werkten daar in de
suikerteelt. De suiker werd naar Nederland vervoerd. 
Hoe kun je verklaren dat in de Gouden Eeuw architectuur, kunst en wetenschap tot bloei kwam?

Slide 5 - Open vraag

Er was in de Gouden Eeuw veel geld beschikbaar. Dat geld werd door de
kooplieden voor een deel geïnvesteerd in architectuur, kunst en
wetenschap.
Waarom heet dit tijdvak de tijd van regenten en vorsten?

Slide 6 - Open vraag

De regenten speelden een grote rol in het bestuur van de Republiek der
Zeven Verenigde Nederlanden. Ze kwamen uit een gesloten groep families.
De vorsten speelden geen rol in de Republiek, want anders was er geen
sprake van een republiek. Het belangrijkste voorbeeld van een vorst in dit tijdvak vinden we in het buitenland. Het is de Franse koning Lodewijk XIV,
een absolute vorst.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verlichtingsidealen koesteren wij nog tot op de dag van vandaag? Noem één denker ter verduidelijking van je antwoord.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video/histoclips-de-franse-revolutie/

Op de foto is de bestorming van de Bastille te zien. In het werkblad wordt de gehele Franse Revolutie besproken met een video en vragen.
Antwoorden:
De antwoorden van het werkblad staan in hetzelfde document als de vragen.
Stellingen:
1 = niet waar, want na de Franse Revolutie kwam Napoleon aan de macht en vestigde een dictatuur. Daarna zijn er verschillende hervormingen geweest om het bestuur na Napoleon te democratiseren.
2 = Niet waar, dit gebeurde enkel in Nederland. Later rond 1848 breken er wel in heel Europa verschillende revoluties uit, maar in de 18e eeuw is dit enkel in Nederland en Frankrijk het geval.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide


Op de volgende dia staat een schema over beide revoluties. Op deze manier toch proberen de revoluties te begrijpen.


Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slavernij


Strijd tegen slavernij

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is slavernij? Ken je voorbeelden van slavernij?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Link 1: canon met Lubach en Fresku -https://www.youtube.com/watch?v=yA40QEzFdko 

Link 2: Doll test - https://www.youtube.com/watch?v=QRZPw-9sJtQ 

Link 3: artikel over laatste overlevende slaaf - https://www.ad.nl/buitenland/het-verhaal-van-de-laatste-overlevende-slaaf~af215437/


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageproducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongeschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Transatlantische slavenhandel

  • Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
  • Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen tot slaaf gemaakten: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze tot slaaf gemaakten werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakten was vreselijk
  • Ze werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode tot slaaf gemaakten werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slavenmarkten

  • De tot slaaf gemaakten die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de tot slaaf gemaakten 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Ze waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.
  • ...maar eigenlijk kocht je dus een mens voor een paar duizend euro...







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Op de plantages

  • Tot slaaf gemaakten moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden ze mishandeld en/of misbruikt
  • Ze werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de tot slaaf gemaakte was
  • De meeste plantagehouders hadden blanke opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de tot slaaf gemaakten geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de tot slaaf gemaakten uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommigen bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Europese slaven

  • Tussen 1600 en 1800 zijn, naast de Afrikaanse slaven, ook rond de 1 miljoen tot slaaf gemaakten uit Europa verhandeld.
  • Sommigen waren bijvoorbeeld gevangen genomen door piraten.
  • Deze blanke christenslaven hadden overigens wel een beter bestaan dan de meeste Afrikaanse tot slaaf gemaakten, en werden vaak ook vrijgekocht








Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afschaffing
  • Abolitionisme: beweging voor afschaffing slavenhandel & slavernij. Geïnspireerd door Christendom & Verlichting (bv. Adam Smith: gedwongen arbeid in moderne economie = niet efficiënt)
  • 1787: Society for the Abolition of the Slave Trade (G-B).
  • Succesvol: 1807: Britse regering verbood slavenhandel. 1833: slavernij in alle Britse kolonies afgeschaft.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afschaffing slavenhandel en slavernij
  • : Groot-Brittannië verbood de slavenhandel voor de eigen onderdanen
  • 1808: VS verbood de slavenhandel
  • 1814: Nederland verbood de slavenhandel
  • 1833: Groot-Brittannië verbood de slavernij in alle Britse kolonies
  • In VS werd dit complex. De noordelijke staten schaften de slavernij af (vooral industrie). In de zuidelijke staten (plantages) was dit onbespreekbaar. Hierdoor brak in 1861 de Amerikaanse burgeroorlog uit!
  • 1 juli 1863 werd slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden afgeschaft. 
Kijk tip: film 12 years a Slave:
https://www.youtube.com/watch?v=lLtSlMUJJJQ1807 

Slide 32 - Tekstslide

Kijk tip: film 12 years a Slave: https://www.youtube.com/watch?v=lLtSlMUJJJQ  

Slide 33 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video/histoclips-slavernij/playlist/387/ 

Antwoorden:
1. Abolitionisme is het streven naar de afschaffing van de slavernij.
2. Tijdens de verlichting spraken verlichters over toestanden in de maatschappij en politiek, waaronder dus ook slavernij. Ze wilden dat rechten van burgers in een grondwet werden vastgelegd en beschermt werden. Dit past goed bij de afschaffing van slavernij
3. Wedgewood was blijkbaar een verlichte abolitionist die zijn handel gebruikte om propaganda te maken.

Leg uit wat het verband is tussen de afschaffing van slavernij en de verlichting.

Slide 34 - Open vraag

Tijdens de verlichting spraken verlichters over toestanden in de maatschappij en politiek, waaronder dus ook slavernij. Ze wilden dat rechten van burgers in een grondwet werden vastgelegd en beschermt werden. Dit past goed bij de afschaffing van slavernij