Les 9.5 - De rechtszaak

Les 3 - Opgepakt.. en dan?
9.5 - De rechtszaak
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3 - Opgepakt.. en dan?
9.5 - De rechtszaak

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Rechter
Advocaat
Ovj
Politie
Griffier
Verdachte
Journalist
Publiek/ pers

Slide 3 - Sleepvraag

1 of 3
bepaald de einduitspraak
word verdacht van een bepaalde gebeurtenis en onschuldig tot tegendeel bewezen is
hij heeft maar 1 doel en dat is de verdachte verdedigen en een eerlijk proces geven
hij of zij heeft een strafdosier en is de aanklager van de zaak
hij of zij schrijft alles op en soms ook de uitspraak van de rechter
advocaat
griffier
verdachte
officier van juistitie
rechter

Slide 4 - Sleepvraag

Dit gebeurt eerst 
Daarna...
Daarna...
En tot slot...
De politie doet onderzoek 
Plien (20 jaar) pleegt een misdrijf  
Er wordt een proces verbaal gemaakt 
De Officier van Justitie besluit dat Plien naar de rechter moet

Slide 5 - Sleepvraag

De politie mag jou altijd zomaar arresteren
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Met een huiszoekingsbevel mag je politie jouw woning doorzoeken
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De politie schrijft een proces verbaal
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat staat er in het proces verbaal?
A
De straf die jij hebt gekregen
B
De straf die jij volgens de politie moet krijgen
C
Alle informatie over de misdrijf en de verdachte

Slide 9 - Quizvraag

De taak van de officier van Justitie is:
A
De straf geven
B
De verdachte verdedigen
C
Bewijzen dat verdachte schuldig is

Slide 10 - Quizvraag

Naz is 15 jaar oud en steekt illegaal vuurwerk af. Zij wordt hiervoor naar Halt gestuurd.
A
Ja, dit kan
B
Nee, dit kan niet

Slide 11 - Quizvraag

Wat kan de officier van justitie niet doen?
A
Een waarschuwing geven
B
Een geldboete geven
C
Een gevangenisstraf geven
D
De verdachte doorsturen naar de rechter

Slide 12 - Quizvraag

De taak van de rechter is:
A
Bepalen of verdachte schuldig of onschuldig is
B
De verdachte verdedigen
C
Bewijzen dat verdachte schuldig is

Slide 13 - Quizvraag

Lezen: 9.5 - De 
rechtszaak (blz 148/149- TB) 
Maken:Opdracht 1 t/m 11 (blz 180)
AAN DE SLAG!
timer
8:00

Slide 14 - Tekstslide