H2.3 Spieren Les 1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Een kraakbeenverbinding is...

1. Onbeweeglijk
2. Een beetje beweeglijk
3. Totaal beweeglijk

Een rolgewricht vindt je...

1. In je onderbeen
2. In je bovenbeen
3. In je onderarm
4. In je bovenarm

KALK

Lijmstof

Vooral in het skelet van baby's

Vooral in het skelet van ouderen

Breekbaar

Buigzaam

Vooral in kraakbeen

Vooral in been

Je kunt je nek draaien dankzij...

1. Een gewricht
2. Een vergroeiing
3. Een kraakbeenverbinding
4. Een naadverbinding

Gewrichtskop

Gewrichtsbanden

Gewrichtskom

Gewrichtssmeer

Kraakbeenlaagje

Gewrichtskapsel

Om je lichaam te laten bewegen, werkt je beenderstelsel samen met een ander orgaanstelsel. Welk orgaanstelsel is dit?
Gebruik 1 woord.

Spieren

- SAMENTREKKEN (korter worden)

- zorgen dat botten kunnen BEWEGEN

- Zitten vast aan botten met PEZEN

Waar kom je nog meer pezen tegen?

1. In gewrichtskapsels
2. In gewrichtsbanden

Spieren - spierbundels - spiervezels

(spiervezel = spiercel)

Spiervezels worden korter en dikker: de spier wordt korter en dikker

Waarom worden je spieren dikker als je sterker wordt?

1. Omdat je meer spiervezels krijgt
2. Omdat je spiervezels dikker worden
3. Omdat je meer spieren krijgt

Spier

Spiervezel

Spierbundel

Pees

ANTAGONISTEN

Buigspieren: zorgen dat de botten naar elkaar toe bewegen (het gewricht gaat 'dicht')

Strekspieren: zorgen dat de botten van elkaar af bewegen (het gewricht gaat 'open')

Antagonisten: spieren die een tegenovergestelde beweging maken

Naam: lichaamsdeel + buigspier of strekspier

Je krult je wijsvinger. Dit komt door de...

1. Vingerbuigspier
2. Vingerstrekspier
3. Beiden
4. Geen van beiden

Je buigt je arm; de armstrekspier wordt nu...

1. Korter en dikker
2. Langer en dikker
3. Korter en dunner
4. Langer en dunner

Hoe heten twee spieren die een tegenovergestelde beweging maken bij hetzelfde gewricht?
Gebruik 1 woord.