H4 - 4.2 Karel de Grote en de Franken (2)

2. De koning en zijn leenmannen
Karel de Grote & de Franken (2)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. De koning en zijn leenmannen
Karel de Grote & de Franken (2)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Keizer van het Heilige Roomse Rijk
Leo III kroont Karel  tot keizer. Deze afbeelding is ongeveer 500 jaar later gemaakt.
Leo III kroont Karel  tot keizer. Deze afbeelding is ongeveer 1000 jaar na de kroning gemaakt.
  • 799: Paus Leo III heeft oorlog met de Longobarden
  • De paus roept de hulp van Karel in en Karel verslaat de Longobarden
  • De paus kroonde Karel eerste kerstdag van het jaar 800 tot keizer van het Heilige Roomse Rijk. 
  • Karel werd de eerste keizer in meer dan 400 jaar. Hij noemde zichzelf soms: Augustus, Keizer van het Nieuwe Romeinse Rijk.

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de schilderijen. Ze gaan over de kroning van Karel. Klik op de oogjes en sleep ze naar het juiste schilderij. 
Het ziet er echt uit.
Gemaakt tussen 1350 en 1400
Gemaakt tussen 1850 en 1900
Het ziet er mooier uit dan het misschien wel echt was.
De gezichten lijken niet zo echt.
Ik zie veel gebeuren.
Er is geen mooie achtergrond.
Het schilderij lijkt te leven.

Slide 4 - Sleepvraag

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon niet alleen op oorlogspad en zijn land besturen.
Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld
van het leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een adellijke vriend van hem.

Slide 8 - Quizvraag

Het leenstel is een:
A
Politiek-bestuurlijk systeem
B
Economisch systeem
C
Sociaal systeem
D
Cultureel systeem

Slide 9 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenman van de leenheer
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 11 - Quizvraag

Opbloei!
  • Karel had veel interesse in cultuur en wetenschap. 
  • Hij liet kloosterscholen stichten en zorgde dat er een duidelijk schoolprogramma kwam
  • Hij liet het schrift verbeteren zodat het makkelijker werd om te schrijven.
  • Geloof vindt Karel erg belangrijk: als in zijn rijk iedereen christen is, is er meer eenheid. 
  • Het was een tijd van grote bloei
Karels handtekening. Omdat hij niet kon schrijven, tekende hij alleen twee streepjes.

Slide 12 - Tekstslide

Het Frankische Rijk valt uiteen

  • Karel de Grote had maar 1 zoon die het hele rijk erfde, maar deze zoon had weer meer zonen die allemaal een stuk kregen....
  • Leenmannen gedroegen zich steeds meer als zelfstandige heren en leken vaak te vergeten dat er een leenheer was

  • Of leenden hun gebied weer verder uit aan achterleenmannen...

Slide 13 - Tekstslide

Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Economie
Politiek 
Leenheer
Trouw / macht
Autarkie (zelfvoorzienend)
Herendiensten

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide