All of the tenses

TODAY
Revision : tenses 

- Present simple
- Present continuous
- Past simple
- Past continuous
- Present perfect
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TODAY
Revision : tenses 

- Present simple
- Present continuous
- Past simple
- Past continuous
- Present perfect

Slide 1 - Tekstslide

Grammar
1. Present Simple 


"I go to school every day"

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

(to study) present simple
She ..... English every evening.

Slide 5 - Open vraag

(to kiss) present simple
She ..... her boyfriend every morning.

Slide 6 - Open vraag

Grammar
2. Present continuous

"I am learning something now"

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

We ... the dishes right now

A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 11 - Quizvraag

Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving

Slide 12 - Quizvraag

The Past Simple
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Slide 13 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen
Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Did you study all night yesterday ?
I didn't study all night yesterday.

Slide 14 - Tekstslide

Choose the correct Past Simple form:
Famke Louise ...... another bad concert last night.
A
haved
B
gived
C
has done
D
gave

Slide 15 - Quizvraag

Choose the correct Past Simple form:
Miss Lambrechts ....... me how to use the Past Simple yesterday.
A
teached
B
taughted
C
taught
D
teaches

Slide 16 - Quizvraag

Past Continuous
• WHEN: Gebruik de Past Continuous wanneer je het hebt over een gebeurtenis die in het verleden een tijdje aan de gang was, maar nu klaar is.
• RULE: subject + was/were + base+-ing
• EXAMPLE: I was eating lunch with a friend at noon.
Ik ben voor twaalf uur begonnen met lunchen en ging daar na twaalf uur mee verder.

Slide 17 - Tekstslide

Past Simple en Past Continuous





• Je gebruikt beide vormen in een zin wanneer er in het verleden iets gebeurt terwijl er iets anders plaats vindt. 


Slide 18 - Tekstslide

We _____
(eat) dinner at 8pm last night when the power went out.
A
are eating
B
were eating
C
is eating
D
was eating

Slide 19 - Quizvraag

We ______
(watch) TV when we ______
(hear) a loud noise.
A
were watching - heared
B
was watching - heared
C
were watching - heard
D
was watching - heard

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN - FIJNE JAS!
  • F   for - (nu) al
  • Y   yet - al (in vraagzinnen)
  • N   never - (nog) nooit
  • E   ever - ooit

  • J   just - net
  • A   already - al
  • S   since - sinds

Slide 23 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

My boyfriend ___ ___ (buy) me some
wonderful roses.
A
have bought
B
has bought
C
have buyed
D
has buyed

Slide 24 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

The dogs ___ ___ (not - eat) anything for three days.
A
haven't ate
B
hasn't ate
C
haven't eaten
D
hasn't eaten

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Present Simple
always
often
usually
normally
never
every week
on Sundays , .........

Slide 27 - Tekstslide

Present Continuous
now
at the moment
look
listen 
as we speak

Slide 28 - Tekstslide

Past Simple
yesterday
last week
last month
a year ago
in 2001

Slide 29 - Tekstslide

Past Continuous
I .... (to watch) when my sister called.
I was watching TV when my sister called.

Slide 30 - Tekstslide

Present perfect
-F     for - (nu) al
-Y     yet - al (in vraagzinnen)
-N    never - (nog) nooit
-E     ever - ooit

-J     just - net
-A    already - al
-S    since - sinds

Slide 31 - Tekstslide

Let's practise

Slide 32 - Tekstslide

The bus always ... at 8 o'clock.
(to leave)
A
is leaving
B
leaves
C
has left
D
was leaving

Slide 33 - Quizvraag

She ... the dishes when dad came home. (to do)
A
did
B
does
C
was doing
D
has done

Slide 34 - Quizvraag

I ... that movie for ages.
(to see)
A
haven't seen
B
saw
C
see
D
was seeing

Slide 35 - Quizvraag

I ... to school every week
(to go)

Slide 36 - Open vraag

Last year he ... tickets for Lowlands.
(to buy)

Slide 37 - Open vraag

They ... to music when I walked into the room
(to listen)

Slide 38 - Open vraag

Look ! She ... a book.
(to read)

Slide 39 - Open vraag

Miss Lambrechts ... in Holland for 10 years.
(to live)

Slide 40 - Open vraag