In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Vrijheid en gelijkheid!
2.1 De macht van de koning
Slide 1 - Tekstslide
7. Pruiken en Revoluties
Slide 2 - Tekstslide
L'État, c'est Moi
De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme.
Lodewijk XVI was een Franse koning met absolute macht.
Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
Dat geeft geen ruimte om te twijfelen aan de koning.
De staat (= het land), dat ben ik.
Slide 3 - Tekstslide
Standenmaatschappij
Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'
Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.
Slide 4 - Tekstslide
De 1e stand
De geestelijkheid: mensen van de kerk.
Hadden veel rechten en voorrechten (kerkfuncties) en het niet hoeven betalen van belasting.
De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters (landbouwgrond, abdijen en kloosters).
Slide 5 - Tekstslide
De 2e stand
De edelen: de mensen van adel.
Hadden veel rechten en voorrechten (bestuursfuncties) en het niet hoeven betalen van belasting.
De edelen bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters (paleizen en kastelen).
Slide 6 - Tekstslide
De 3e stand
De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde.
Er zijn in de 3e stand grote onderlinge verschillen: je had de rijke burgerij maar ook arme boeren.
Had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belastingbetalen en hadden geen rechten, bijvoorbeeld geen bestuursfuncties.
Slide 7 - Tekstslide
De Verlichtingvanaf ±1700
Manier van denken uit de zeventiende en achttiende eeuw. Mensen willen hun kennis vergroten, door steeds meer uit te gaan van het eigen verstand. Voorheen luisterde men kritiekloos naar de Kerk voor kennis en uitleg.
Hierdoor ontstaat er bij de mensen (vooral 3e stand) steeds meer kritiek op de koning, de Kerk en de standenmaatschappij.
Slide 8 - Tekstslide
Oude denkwijze (<18e eeuw)
afkomstig van filosofen Oudheid en/of de Kerk + Bijbel
Alle mensen zijn verschillend (drie standen, allen verschillende rechten / privileges)
De Verlichting (18e eeuw)
afkomstig van zelf onderzoek doen, kritisch zijn, ratio (= verstand)
"Alle mensen zijn gelijk (geen standen, iedereen recht op baan in bv. het bestuur)"
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld 1 (oud denkbeeld)
Leiders van het volk (koningen) hebben hun macht te danken aan god.
Je kunt geen kritiek hebben op koningen is dus gelijk aan kritiek hebben op god.
Rousseau (Verlichter)
"Leiders van het volk hebben hun macht te danken aan het volk.
Je kunt wel kritiek hebben op koningen, koningen moeten goed voor het volk zorgen."
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld 2 (oud denkbeeld)
Alle macht ligt in handen van één persoon (de koning).
De macht van de koning wordt niet gecontroleerd (= absolutisme).
Montesquieu (Verlichter)
"Alle macht moet in handen liggen van drie machten (Trias Politica).
Die machten kunnen elkaar dan controleren en in balans houden."
Slide 11 - Tekstslide
Misoogst
1788
Door mislukte oogsten waren de graan- en broodprijzen enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.
Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.
Slide 12 - Tekstslide
Frankrijk gaat failliet
mei 1789
Feesten, hofhouding, bestuur en oorlogen kosten veel geld, dus het geld is op.
Koning Lodewijk XVI wil graag meer inkomsten, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal (vergadering van 3 standen) bij elkaar.