8.3 Je bloed vervoert

8.3 Je bloed vervoert
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

8.3 Je bloed vervoert

Slide 1 - Tekstslide

Deze les


Voorkennis quiz
Uitleg over 8.3 
Opdrachten maken
Leerdoelen

  • Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt uitleggen hoe je bloed stoffen vervoert.
  • Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt de weg van het bloed door het hart beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Is dit in- of
uitademing?
A
Inademing
B
Uitademing

Slide 3 - Quizvraag

Is dit buik- of
borst-
ademhaling?
A
Buikademhaling
B
Borstademhaling

Slide 4 - Quizvraag

Vul de juiste woorden in...
A
af - daalt - meer
B
toe - daalt - meer
C
toe - stijgt - meer
D
toe - stijgt - minder

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het proces dat plaatsvindt in de longblaasjes?

Slide 6 - Open vraag

Hoe komt zuurstof bij de cellen?

Slide 7 - Open vraag

In welk onderdeel van de cel vindt verbranding plaats?
A
ribosoom
B
cytoplasma
C
endoplasmatisch reticulum
D
mitochondriën

Slide 8 - Quizvraag

Het opnemen van zuurstof in het bloed vanuit de longblaasjes gaat door middel van:
- actief/passief transport?
- diffusie/osmose?
A
Actief transport, door diffusie
B
Actief transport, door osmose
C
Passief transport, door diffusie
D
Passief transport, door osmose

Slide 9 - Quizvraag

Wat vervoert je bloed?
  • Zuurstof:  door rode bloedcellen
  • Voedingsstoffen: in bloedplasma
  • Afvalstoffen: in bloedplasma

Hoe komen deze stoffen in het bloed? 
Waar gaan deze stoffen naartoe?

Slide 10 - Tekstslide

Cellen in je bloed
  • Witte bloedcellen 
Bestrijden ziekteverwekkers.

  • Rode bloedcellen
Vervoeren zuurstof. 
Bevatten hemoglobine: rode kleur en hecht zuurstof. Bevat het mineraal ijzer (binnenkrijgen in voeding).

Slide 11 - Tekstslide

Het hart
Bestaat uit vier ruimten:
  • 2 boezems 
  • 2 kamers

Linker- en rechterkant gescheiden door harttussenwand.
Wat valt op?

Slide 12 - Tekstslide

Bloedstroom
Bloed stroomt vanuit de holle ader
en longader het hart in. 

  • Waar komt dit bloed vandaan?
En waar gaat het naartoe?

  • Waarom is links rood
en rechts blauw? 

Slide 13 - Tekstslide

Hart- en slagaderkleppen
Hartkleppen zorgen ervoor dat bloed niet
terugstroomt naar de boezems.

Slagaderkleppen zorgen ervoor dat bloed 
niet terugstroomt naar de kamers.

Slide 14 - Tekstslide

Hartslag
Drie stappen:
  1. boezems trekken samen (systole)
  2. kamers trekken samen (systole
  3. hartpauze (diastole)

Slide 15 - Tekstslide

Alles begrepen? (schrijf op!)

  1. Wat is de functie van de hartkleppen?
  2. Via welke aders gaat bloed het hart uit?
  3. Wat is de functie van de witte bloedcellen?
  4. Welke stof zit in de rode bloedcellen? En wat doet die stof? 

Slide 16 - Tekstslide

Weektaak voor:
opdrachten 1 t/m 5 en 7 t/m 10  (van 8.3) (en 11 t/m 13)

Bespreken: 4, 11 en 12 van 8.2
Klaar? 
- Teken het hart na. 
- Benoem de onderdelen.
!
timer
8:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Deze les

Voorkennis
Uitleg over 8.3 deel 2
Opdrachten maken / onderzoek verder verwerken


Leerdoelen

  • Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
  • Je kunt uitleggen hoe je hartslag geregeld wordt.
  • Je kunt uitleggen wat een ECG is.

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf de namen van onderdelen 1 t/m 11 op. Hoeveel onderdelen ken je al?

Slide 20 - Tekstslide

  • Wat is de rol van de hartkleppen?

  •  Vanaf welk deel van het hart gaat het bloed naar de longen? En via welke ader?

  • Welke stof in de rode bloedcellen bindt aan zuurstof?

Slide 21 - Tekstslide

Herhaling
Drie stappen van de hartslag:
  1. Boezems trekken samen
  2. Kamers trekken samen
  3. Hartpauze

Slide 22 - Tekstslide

Hoe wordt je hartslag geregeld?

Slide 23 - Tekstslide

Hoe wordt je hartslag geregeld?
Sinusknoop: groep cellen in wand RB, maakt impulsen -> boezems trekken samen door impulsen.
AV-knoop: vangt impulsen op en vertraagt ze (boezems goed leeg).
Impulsen gaan via de harttussenwand naar hartpunt -> kamers trekken samen. 

Slide 24 - Tekstslide

Elektrocardiogram (ECG)
                                 Wat gebeurt er bij inspanning?

Slide 25 - Tekstslide

Weektaak voor: vrijdag 11 okt.
Maken opdrachten (1 t/m 5 en 7 t/m 10) en  11 t/m 13 van 8.3. 

Klaar? Teken het hart na en benoem de onderdelen!
!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide