Wintersonnet
A De kale bomen, de zwarte takken
B ik zie ze voor mijn ramen staan
A de winterkou heeft het te pakken
B grijsblauw stalen luchten die overgaan.
C Het lage licht schijnt hier binnen
D reikt diep de kamer in
C ik schrijf er woorden, zinnen
D geef zo de stilte zin.
E De hoge hemel kijkt zwijgend toe
F naar hoe ik hier zit te zwoegen
G over alles wat ik ooit zocht en vond
E Wel oud maar nog niet moe
F van de dingen die ze me ooit vroegen
G ze maken samen de cirkel rond.