2.1 Pinpas of portemonnee?

Welkom bij het vak Economie
  • Hang je mobiel in de hoes
  • Ga zitten op je eigen plek
  • Pak je spullen erbij 
  • Boek open op blz. 52

timer
5:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij het vak Economie
  • Hang je mobiel in de hoes
  • Ga zitten op je eigen plek
  • Pak je spullen erbij 
  • Boek open op blz. 52

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

 Economie 2 BK
  • Its learning  nieuwe Weektaken 2.1.5
  • Hoofdstuk 2 Jij en je Geld
  • Leerdoelen plus uitleg § 2.1 Pinpas of Portemonnee
  • Zelf aan de slag!
  • Leerdoelen behaald
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen § 2.1
  • wat het verschil is tussen directe en indirecte ruil
  • hoe je je nieuwe saldo berekent
  • wat de voor- en nadelen zijn van elektronisch betalen
  • Kader
  • welke twee soorten geld er zijn 

Slide 3 - Tekstslide

            Jij en je geld 

Slide 4 - Tekstslide

Directe ruil:
Als je een goed of dienst ruilt tegen iets anders zonder geld te gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

Indirecte ruil: 
Als je iets koopt, ruil je iets tegen geld. 

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Hoe betaal jij het meest?
A
Portemonnee
B
Pinpas

Slide 8 - Quizvraag

Saldo formule:

                   oud saldo
        +   ontvangsten
         -           uitgaven
               nieuw saldo

 
Voorbeeld :

Je hebt € 15 op je bankrekening staan. 
Op je bankrekening krijg je € 10 zakgeld van je ouders. 
Je koopt mascara en pint daarvoor € 7,50.
Wat wordt je nieuwe saldo?



Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld Antwoord

  • Oud saldo                   € 15,00  (tegoed)
  • Ontvangsten +         € 10,00
  • Uitgaven -                  €   7,50
  • Nieuw saldo             €  17,50  (tegoed)



Slide 10 - Tekstslide

Elektronisch betalen
  • Betalen via internet met je tablet, computer of telefoon, noem je elektronisch betalen.
  • Voordeel: het is handig.
  • Nadeel: je hebt vaak niet in de gaten hoeveel geld je nog hebt.

Slide 11 - Tekstslide

Kader:
 Chartaal geld 



  • in je portemonnee
  •  tastbaar

Slide 12 - Tekstslide

Giraal geld 



  • op je bankrekening
  •  niet tastbaar

Slide 13 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Basis:
Lezen: Paragraaf 2.1  Pinpas of portemonnee? blz. 52 t/m 56
Maken: de vragen 1 tot en met 14


Kader:
Lezen: Paragraaf 2.1 Pinpas of portemonnee? blz. 52 t/m 57
Maken: de vragen 1 tot en met  17



rood = Iedereen is stil aan het werk
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is chartaal geld?
A
B

Slide 16 - Quizvraag

Bij indirecte ruil gebruik je
A
wel geld
B
goederen
C
geen geld
D
diensten

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een saldo
A
een sprong op de trampoline
B
Het tekort op jouw bankrekening
C
Het bedrag op jouw bankrekening
D
De rente die je krijgt van jouw bank

Slide 18 - Quizvraag

Wat is elektronisch betalen ?
A
Betalen via de computer
B
Betalen via de smartphone
C
Betalen met een bankbiljet
D
Betalen met je pinpas

Slide 19 - Quizvraag

Geld op je bankrekening is
A
giraal geld
B
chartaal geld
C
fiduciar geld
D
wisselgeld

Slide 20 - Quizvraag

Je oude saldo is €100. Je ontvangt €10 en betaalt €5,-. Wat is je nieuwe saldo?

Slide 21 - Open vraag