Cursus 5.3

Het ontstaan van de Arabische wereld

Vandaag:

Paragraaf 5.3 - herhaling

Bespreken moeilijke vragen 5.2 en 5.3

Opdrachten (zie whiteboard)

Het verhaal van Mohammed

Hij leefde van 570 tot 632 n.Chr en woonde in Mekka

Mohammed kreeg een boodschap van god (=Allah) en werd zijn boodschapper (=profeet)

Steeds meer mensen werden moslim, zij hoorde bij het geloof 'De Islam'

De Koran

Werd geschreven door Mohammed

Hier stond in hoe moslims moesten leven

Zijn er dingen hetzelfde bij de Islam en het Christendom?

De Moskee

Gebedshuis van de moslims

Er werd verteld hoe mensen moesten leven

Leven volgens de 5 zuilen

1. Allah is de enige God
2. Elke dag bidden
3. Geld geven aan arme mensen
4. Vasten tijdens de Ramadan
5. Een keer in je leven naar Mekka

Contact tussen de Islam en het Christendom

• Was eerst heel goed.
• Handel, uitvindingen en medische kennis

Ruzie om Jeruzalem

• Jeruzalem was een belangrijke stad voor de Islam, Jodendom én Christendom. Deze godsdiensten leefden daar in vrede samen.

• Maar: de stad kwam onder leiding van de moslims. De Joden en Christenen mochten hun geloof blijven uitvoeren.

Paus

De paus wilde de baas zijn over Jeruzalem.

Hij riep iedere Christen op om naar Jeruzalem te gaan.

Zij zouden de stad bevrijden van de moslims.

Kruistochten

• Zorgde ervoor dat het contact slechter werd
• Er gingen 100.000 mensen mee en er kwamen 15.000 mensen aan in Jeruzalem
• Dat is 15%

Huiswerk voor donderdag

Paragraaf 5.3: Opdracht 1 t/m 

Online: Oefengenerator 1 + 2

Cursustoets