4V Beco FinLev H7

Opgave 3.8
Bij welk soort onderneming zou huwelijkse voorwaarden belangrijker zijn?
A
Marketing & Communicatie
B
Loodgieter
C
ICT bureau
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opgave 3.8
Bij welk soort onderneming zou huwelijkse voorwaarden belangrijker zijn?
A
Marketing & Communicatie
B
Loodgieter
C
ICT bureau

Slide 1 - Quizvraag

3.18
Pensioen dat Leonie moet verrekenen met Janna?
A
15.000 + 0,0125 x 15.000 x 26
B
15.000 x ( 1,0125 ) ^ 26
C
3.000 + 0,0125 x 3.000 x 26
D
3.000 x ( 1,0125 ) ^ 26

Slide 2 - Quizvraag

4V Beco FinLev H7

Slide 3 - Tekstslide

Hypotheken
Lening om een huis te kunnen kopen
Het huis dient als onderpand op de lening
Als je de lening niet meer kunt betalen, mag de bank het huis opeisen

Klant: geldnemer en hypotheekgever
Bank: geldgever en hypotheeknemer

Slide 4 - Tekstslide

Hypotheken
Verschil hypothecaire lening tov banklening
- lange looptijd ( 30 jaar )
- onderpand
- minder risico voor bank
- lager rentepercentage
- hypotheekrenteaftrek

Slide 5 - Tekstslide

Lineaire hypotheek
- Lasten bestaan uit rente en aflossing
( Let op: alleen aflossing maakt de schuld kleiner, rente niet )

- Aflossing per periode is gelijk
- rentelasten nemen af door lagere schuldrest

Slide 6 - Tekstslide

Bij een lineaire hypotheek
A
Betaal je elke maand in totaal evenveel.
B
Betaal je elke maand evenveel rente.
C
Betaal je elke maand evenveel aflossing.

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel moet je elk jaar aflossen als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€240
B
€12.000
C
€20.000
D
€32.000

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel is je schuld na 2 jaar als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€546.000
B
€560.000
C
€580.000
D
€600.000

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel rente betaal je in het 3e jaar als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€11.200
B
€11.600
C
€12.000
D
€20.000

Slide 10 - Quizvraag

Wat weten we over lineaire hypotheken?
  • Je betaalt elke maand evenveel aflossing.
  • De rente die je moet betalen wordt elk jaar minder.
  • De hypotheekrenteaftrek wordt dus ook minder
  • De maandlasten nemen elke maand af.
  • In totaal betaal je weinig rente omdat je in het begin al relatief veel van je schuld terug betaalt. 

Slide 11 - Tekstslide

Lineair
  • Maandbedrag wordt steeds lager
  • Aflossing blijft gelijk 
  • Dus steeds minder rente

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Lineaire hypotheek
€ 360.000,- a 4% voor 30 jaar

Aflossing jaar 1 = 360.000 / 30 = 12.000
Rente jaar 1 = 0,04 x 360.000 = 14.400

Aflossing jaar 2 = 12.000
Rente jaar 2 = 0,04 x 348.000 = 13.920

Slide 14 - Tekstslide

Lineaire hypotheek € 360.000,- a 4% voor 30 jaar.
Totale lasten jaar 20?
A
€ 4.800,-
B
€ 5.280
C
€ 16.800,-
D
€ 17.280

Slide 15 - Quizvraag

Aflossing is 360.000 / 30 = 12.000

Schuldrest = 360.000 - 19 x 12.000 = 132.000

Rente = 0,04 x 132.000 = 5.280
Totaal = 5.280 + 12.000 = 17.280

Slide 16 - Tekstslide

Juist
Onjuist
Uitspraken obv grafiek 30
Je profiteert optimaal van de hra
Gunstig voor iemand van 25
Gunstig voor iemand van 55
De brutolasten verschillen per periode
De nettolasten verschillen per periode

Slide 17 - Sleepvraag

Hw.
Opgaven 7.4 en 7.5

Slide 18 - Tekstslide