2.4 aardbevingen Quiz
1 / 15
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Aardbevingen veroorzaken vulkaanuitbarstingen
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen en gebergte
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen
Slide 5 - Quizvraag
Wetenschappers die aardbevingen bestuderen, heten ....
A
seismografen
B
seismologen
Slide 6 - Quizvraag
In Groningen komen aardbevingen voor doordat er gas uit de bodem wordt gehaald.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de juiste plaats in de tekst
Trage
Aardplaten
Vulkanen
Aardbevingen
Gebergten
Slide 8 - Sleepvraag
Platen naar elkaar
Platen uit elkaar
Platen langs elkaar
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming
Slide 9 - Sleepvraag
Epicentrum
Schaal van Richter
Seismograaf
Tsunami
Trilling van de zeebodem
Aparaat die aardbevingen registreert
De kracht van een aardbeving meet je met...
De plek waar de trillingen het hevigst zijn
Slide 10 - Sleepvraag
Bij uit elkaar bewegende platen komen..
A
Vaak aardbevingen en met weinig kracht
B
Vaak aardbevingen met veel kracht
C
Niet vaak aardbevingen met weinig kracht
D
Niet vaak aardbevingen met veel kracht
Slide 11 - Quizvraag
Wat ontstaat er als platen naar elkaar toe bewegen?
A
Aardbevingen
B
Vulkanisme
C
Aardbevingen en vulkanisme
Slide 12 - Quizvraag
De aardbeving voelt het heftigst in het
A
Epicentrum
B
Hypocentrum
Slide 13 - Quizvraag
Bij 1 hoort:
A
Epicentrum
B
Hypocentrum
Slide 14 - Quizvraag
Wat doet een seismograaf?
A
Vulkanen onderzoeken
B
Aardbevingen meten
C
Sesamzaadjes zaaien
D
Aardbevingen maken
