Unit 6 law & order WORDS
1 / 20
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
CRIME
Schrijf 3 woorden op die
hiermee te maken hebben
Schrijf 3 woorden op die
hiermee te maken hebben
Slide 2 - Woordweb
A
evidence
B
fingerprint
C
hand- gun
D
crime scene
Slide 3 - Quizvraag
A
evidence
B
fingerprint
C
crime scene
D
crime lab
Slide 4 - Quizvraag
A
evidence
B
finger print
C
crime lab
D
hand-gun
Slide 5 - Quizvraag
A
evidence
B
crime scene
C
crime lab
D
hand-gun
Slide 6 - Quizvraag
WHEN EVERYTHING GOES WRONG
A
CRIME
B
NOSY
C
MESS UP
D
CHANCE
Slide 7 - Quizvraag
I AM A WOMAN AND MARRIED
A
HUSBAND
B
WIFE
C
NEIGHBOUR
D
LIGHT
Slide 8 - Quizvraag
REMEMBER
A
ZICH HERINNEREN
B
KANS
C
VREEMD
D
MISDAAD
Slide 9 - Quizvraag
NEIGHBOUR
A
KANS
B
ECHTGENOOT
C
LUIDRUCHTIG
D
BUURMAN
Slide 10 - Quizvraag
STRANGE
A
AANTEKENINGEN
B
NUTTIG
C
DOCTOR
D
VREEMD
Slide 11 - Quizvraag
BASKET
A
RING
B
RAND
C
WAND
D
MAND
Slide 12 - Quizvraag
HOWEVER
A
MAAR
B
HOE
C
HOE DAN
D
MEER
Slide 13 - Quizvraag
NEARLY
A
DICHTBIJ
B
BIJNA
C
NERGENS
D
VER
Slide 14 - Quizvraag
DISCRIPTION
A
BENADERING
B
BESCHREVEN
C
GESCHREVEN
D
BESCHRIJVING
Slide 15 - Quizvraag
JUST
A
PAS
B
NET
C
NABIJ
D
OP
Slide 16 - Quizvraag
OPPOSITE
A
ACHTEROM
B
ACHTEROVER
C
TEGENOVER
D
TEGENDRAADS
Slide 17 - Quizvraag
TYRE
A
BAND
B
MOE
C
WIEL
D
LUI
Slide 18 - Quizvraag
AT FIRST
A
EERST
B
ALS EERSTE
C
EEN
D
ALLEEN
Slide 19 - Quizvraag
EXAMINE
A
EXAMEN
B
ONDERZOEK
C
TEST
D
PROJECT
