Woordsoorten: Vorige week heeft hij twaalf rondjes gerend om het laatste sneeuwklokje in zijn baasjes grote tuin.
lw = de, het, een
bn = zegt iets over zn
zn = kan de/het/een voor + verkleinen + ev/mv + mens/plant/dier/ding/gevoel
vz = ....de kast + ....de pauze
ww = ik ......+hij.....+ wij.....+ wij hebben/worden/zijn (kan je vervoegen)
psv = verwijst naar persoon of iets (ik/hij/ze/we/etc.)
bzv = zegt van wie het is
zww = kan alleen + meeste betekenis + winnaar afvalrace pv's
hww = kan niet alleen + helpt voltooid deelwoord en infinitief
htw = hoeveelheid (tien, veel, etc.)
rtw = volgorde/rang + eindigt op -ste of -de (tweede, middelste, etc.)