Les 1: Hindoeïsme

Deze lessenserie gaat over het hindoeïsme en bijzonder het boeddhisme. Kern is de kritiek die Arjen Lubach op het boeddhisme uit. Je gaat onderzoeken wat daarvan waar is en ook vooral je eigen mening op deze oosterse religies vormen.

Je krijgt elke les een aantal opdrachten die je maakt. Hier zul je vooral zelf moeten nadenken en teksten schrijven. De opdrachten lever je in voor een beoordeling.


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Deze lessenserie gaat over het hindoeïsme en bijzonder het boeddhisme. Kern is de kritiek die Arjen Lubach op het boeddhisme uit. Je gaat onderzoeken wat daarvan waar is en ook vooral je eigen mening op deze oosterse religies vormen.

Je krijgt elke les een aantal opdrachten die je maakt. Hier zul je vooral zelf moeten nadenken en teksten schrijven. De opdrachten lever je in voor een beoordeling.


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

1) Je weet hoe het hindoeïsme grofweg is ontstaan.
2) Je kunt uitleggen waarom hét hindoeïsme niet bestaat.
3)  Je kunt het hindoeïsme beschrijven ahv drie zelfgekozen begrippen.
4) Je kunt het wereldbeeld van hindoes omschrijven en de rol van de cyclus (wiel, rad, cirkel) daarin meenemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les gaat over het hindoeïsme.
Wat weet jij van het hindoeïsme?

Slide 3 - Woordweb

Je gaat zo een filmpje over het hindoeïsme kijken.
Je haalt hier 3 kenmerken van het hindoeïsme uit.
Die zul je moeten onthouden (of opschrijven) en daarna in een lessonupopdracht gaan plaatsen.  

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

3 kenmerken van het hindoeïsme:

Slide 6 - Open vraag

Het hindoeïsme komt uit India en is één van de oudste religies ter wereld (4000-4500 jaar oud). Het hindoeïsme is een mengsel van verschillende gewoonten en geloven.

Hindoeïsme = het geloof van het volk van de Indusrivier
Hindoes noemen hun religie zelf 'Sanatama Dharma'
; de Eeuwige Weg 

Het hindoeïsme is begonnen als natuurreligie. De krachten in de natuur werden als goden verpersoonlijkt. 
Er werd gebeden en geofferd aan deze goden om zo de natuur gunstig te stellen.




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Het hindoeïsme is polytheïstisch. Er zijn veel goden (wel 33 milj!) die allemaal hun eigen krachten en persoonlijkheden hebben. 
Een minderheid hindoes zijn al deze goden als vormen van één God;
 de Schepper; Brahma.





Shiva                                                           Brahma                                                           Vishnu

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht: 
Vul het onderstaande schema in. Vind de namen van twee andere hindugoden via het internet.
Vishnu
Shiva
....
....
Eigenschappen:
....
...
...
...
Wordt afgebeeld met:
...
...
...
...
Waarom?
...
...
...
...

Slide 11 - Tekstslide

Rond 1500 v. Chr. is het Arische volk India binnengevallen.
Die hebben het hindoeïsme flink beïnvloed en zaken aan de natuurreligie toegevoegd:
- Heilige boeken (de Veda's)
- Kastenstelsel

Rond 800 v. Chr. verschenen de
Upanishads (boeken). Hier is de
 hindoeïstische theologie ontwikkelt.  
- Karma
- Reïncarnatie
 

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk wie op welke plaats in het kastenstelsel past?
Brahmanen (priesters)
Ksatriyas (strijders, edelen)
Vaisya's (Handelaren, ambachtslieden)
Shudra'
(boeren, arbeiders) 

Slide 13 - Sleepvraag

Heilige boeken:

Veda's: 'wetten'. Oudste boeken. Hier staat in hoe de offerdienst geregeld is (brahmanen).
Het uitvoeren van de rituelen was de kern van het oude hindoeÏsme. 

Upanishads: 'aan de voeten van de leermeester'. Over de manier waarop hindoes naar de wereld kijken.

Verhalen: verhalen over hindoehelden. Deze zijn erg populair. 
Hier blijkt uit hoe je als hindoe moet leven.
 B.v de Bhagvad Gita, de Mahabharata. 

Slide 14 - Tekstslide

Hindoes geloven dat alles verbonden is. Alles maakt uit van het goddelijke: de Brahman. 


Het is belangrijk dat alles een goede balans heeft. Iedereen heeft elkaar nodig en is van elkaar afhankelijk, zowel goden, natuurkrachten als mensen. Hindoes noemen de kosmische balans de Dharma.

Hindoes geloven ook dat alles in cirkels verloopt. Alles wordt geboren, groeit op en sterft weer. Het leven (het universum) gaat constant door cycli van geboorte en vernietiging heen. Om dit te symboliseren gebruiken hindoes graag een wiel.

Slide 15 - Tekstslide

Kosmische balans:

- Je kasteplicht vervullen
- Aan de goden offeren
- De samenleving in stand houden 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Een ander hindoebegrip is karma.
Wat denk je dat dit betekent?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Onderdeel van de 'circle of life' is ook dat je herboren wordt; reïncarnatie.

Een goed karma krijg je door je kastenplicht te doen en je aan bepaalde morele regels te houden.
Bijvoorbeeld ahimsa; geweldloosheid.
En karuna: medelijden

. Mensen met een goed karma reïncarneren hoger op de kasteladder, of zelfs als goden en geesten.

Mensen met slecht karma belanden onderaan de kaste of in de (tijdelijke) hel. 


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Het telkens weer herboren worden noem je samsara (cirkel der wedergeboorten).

Hindoes willen graag dat dit stopt. Als je karma buitengewoon goed is, kun je opgaan in het goddelijke. Dit heet Moksha.

Je ziel (atman) gaat op in het goddelijke (Brahman). 

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht:

Je schrijft een stuk over wat jij vindt van het hindoeïsme.
Doe dit als volgt:
1) Kies drie hindoeïstische begrippen uit de les. 
2) Omschrijf per begrip wat dit begrip inhoudt en vertel wat dit te maken heeft met de manier waarop hindoes A/ naar de wereld kijken B/ hoe ze met de wereld omgaan C/ hoe ze God/goden zien.
(dus; wereldbeeld, levensbeschouwing en godsbeeld) 
3) Geef vervolgens aan of dit begrip ook past binnen jouw godsbeeld / wereldbeeld / levensbeschouwing en leg uit waarom.

+- 150 woorden


Slide 23 - Tekstslide