Woorden 3.5 taboewoorden

3.5 Taboewoorden
debiel
neger 
homo
kanker
gehandicapt


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.5 Taboewoorden
debiel
neger 
homo
kanker
gehandicapt


Slide 1 - Tekstslide

Taboewoorden (schelden)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Je weet wat taboewoorden zijn;
Je weet hoe taboewoorden veranderen.

Slide 3 - Tekstslide

Taboewoorden
-Woorden die je niet hoort te gebruiken. 
-Verschilt per persoon/groep/nationaliteit (gelovigen: vloeken, ouderen: shit)
- Verandert in de loop der tijd: wijf (vroeger neutraal voor vrouw), pest (ziekte van vroeger)
- Veel taboewoorden hebben met ziekte of seks te maken (krijg de kanker, de klere)



Slide 4 - Tekstslide

Tegen wie kun je zeggen:
"Dat was echt fokking mooi!"
A
je ouders
B
je vriend(inn)en
C
je grootouders
D
je docent

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord heeft voor jou de meest negatieve bijklank?
A
Belg
B
Nederlander
C
Spanjaard
D
Turk

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord heeft de meest negatieve bijklank voor jou?
A
Shit
B
Kut
C
Klote
D
Kanker

Slide 7 - Quizvraag

Taboewoorden
Als een woord vaak in een negatieve context wordt gebruikt, wordt een nieuw woord gecreëerd.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Als het vervangende woord taboe wordt


Gastarbeider
Buitenlander
Allochtoon
Persoon met een migratieachtergrond

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Gehandicapt ***  invalide *** mindervalide *** andersvalide ***
Persoon met een beperking *** persoon met zorgbehoefte

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden 3 & 4
Zelfmoord *** Zelfdoding
***Het eigen leven nemen **Suïcide

Ouden van dagen *** oudje *** bejaarde *** 
Senioren

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het ergste taboewoord dat je kent?

Slide 12 - Open vraag

Taboewoorden/ stereotype 1948

Slide 13 - Tekstslide

Taboewoorden/ stereotype 1931
                                                                                      Inheemse bevolking: 'zwartjes'

Slide 14 - Tekstslide

Taboewoorden
2015

Slide 15 - Tekstslide

Taboewoorden (negerkoning wordt koning van de Zuidzeeën)
[...]"De afgelopen jaren dacht ik dat het n-woord bij de geschiedenis hoorde en dat het dus wel kon blijven", zegt ze in de krant Dagens Nyheter. "Maar ik ben nu van gedachten veranderd omdat het woord nog altijd wordt gebruikt. Het is kwetsend en daarom kan het niet blijven staan in de boeken over Pippi."

Andere tijden
Nyman benadrukt dat de boeken zijn geschreven in een tijd dat nog niemand aanstoot nam aan de termen. "Ik groeide op in een Zweden waar alleen blanken woonden. Het heeft lang geduurd voordat er andere mensen kwamen." 

"Pippi Langkous in Taka-Tukaland is, als je het nu leest, kolonialistisch, hoewel het destijds bijzonder anti-racistisch was", zegt Nyman. "Hoofdstuk na hoofdstuk benadrukt Astrid hoe gelijk zwarte en blanke kinderen zijn, ook al krijgen ze een ander leven en wonen ze op andere plaatsen."

In de boeken werd piratenkapitein Ephraïm Langkous 'negerkoning' genoemd. In de nieuwe editie is hij 'koning van de Zuidzeeën'. 


Slide 16 - Tekstslide

stereotype

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide


Stereotypes

Slide 19 - Open vraag

Stereotype 
Vast beeld of gedrag dat je van iets of iemand hebt, maar dat niet altijd klopt met de werkelijkheid.           (Vrouw/man stereotype)

Slide 20 - Tekstslide

Maken
3.5 woorden
opdracht 1, 4, 5,
     7, 8, 10, 11, 12, 15, 16 en 18
blz. 205-213

Slide 21 - Tekstslide