Anatomie huid
1 / 33
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke fase wordt gekenmerkt door inactiviteit en geen celgroei?
A
Rustfase
B
Groeifase
C
Delingsfase
D
Functionele fase
Slide 4 - Quizvraag
Wat gebeurt er tijdens de groeifase?
A
De cel rust en herstelt zich.
B
De cel voert specifieke taken uit.
C
De cel specialiseert zich in een bepaalde functie.
D
De cel groeit en bereidt zich voor op deling.
Slide 5 - Quizvraag
Wat gebeurt er tijdens de cytokinese?
A
Groei van de cel en DNA-replicatie
B
Verdeling van het cytoplasma en vorming van twee dochtercellen
C
Versmelting van twee cellen
D
Deling van de celkern
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste gebeurtenis tijdens de mitose?
A
Verdeling van de chromosomen over twee dochtercellen
B
Vorming van de nucleolus
C
DNA-replicatie
D
Groei van de cel
Slide 7 - Quizvraag
Wat gebeurt er tijdens de interfase?
A
Groei van de cel en DNA-replicatie
B
Vorming van de contractiele ring
C
Deling van de celkern
D
Verdeling van het cytoplasma
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de functie van de functionele fase?
A
Het uitvoeren van specifieke taken door de cel.
B
Het delen van de cel.
C
Het herstellen van beschadigd DNA.
D
Het groeien van de cel.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de betekenis van celcyclus?
A
Een fase waarin cellen groeien en delen.
B
De periode waarin cellen zich specialiseren.
C
De opeenvolgende fasen van celgroei en deling.
D
De periode waarin cellen in rust zijn.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste organel in een cel?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
Organellen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de functie van het celmembraan?
A
Bescherming van de celkern
B
Vermogen om te bewegen
C
Opslag van voedingsstoffen
D
Reguleren van stoffen die de cel binnenkomen en verlaten
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste functie van het celkern?
A
Bevatten van het DNA en controleren van de celactiviteiten
B
Produceren van energie en verteren van voedsel
C
Transporteren van stoffen binnen de cel
D
Opbouwen van eiwitten en vormen van organellen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de functie van het voortplantingstelsel?
A
Het voortbrengen van nakomelingen
B
Het elimineren van afvalstoffen
C
Het opnemen van voedingsstoffen
D
Het beschermen tegen ziekteverwekkers
Slide 14 - Quizvraag
Welk orgaan behoort tot het hormoonstelsel?
A
De blaas
B
De maag
C
De milt
D
De alvleesklier
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de functie van het zenuwstelsel?
A
Het coördineren van lichaamsfuncties en het doorgeven van signalen
B
Het vormen van bloedcellen
C
Het afbreken van voedsel
D
Het produceren van hormonen
Slide 16 - Quizvraag
Welk orgaan behoort tot het circulatiestelsel?
A
De longen
B
Het hart
C
De lever
D
De nieren
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de functie van het ademhalingstelsel?
A
Het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
B
Het transporteren van zuurstof naar de cellen
C
Het reguleren van de lichaamstemperatuur
D
Het filteren van afvalstoffen uit het bloed
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Welke functies van de huid ken je?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Hoeveel gradaties decubitus zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Wat doe je als je decubitus waarneemt?
Slide 30 - Open vraag
Hoe voorkom je decubitus?
