Begin september had je een saldo van € 150 op je rekening. Je kreeg € 20 zakgeld en € 10 van je oma. Je gaf € 5 uit in de kantine en € 60 aan een nieuwe game.
Wat was je saldo eind september?
Slide 11 - Tekstslide
Maken opgave 4 blz. 39
Klaar? Ga verder met 1 t/m 3
timer
8:00
Slide 12 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maken hoofdstuk 2.1
1 t/m 12
Wat je niet afkrijgt is huiswerk voor volgende week
Slide 13 - Tekstslide
Doelen van deze les
Na deze les kun je:
het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil
beschrijven in welke twee vormen geld voorkomt
een nieuw saldo berekenen
uitleggen op welke manieren je met geld kunt betalen