Kapitel 6 4-4-2023

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.

Slide 1 - Tekstslide

Zürich

Slide 2 - Tekstslide

der Unterrichtsplan

- Rückblick der und ein-gruppe im 1. und 4. Fall
- Erklärung: Zinsontleding
- Lektion 5 Aufg. 9 und 10 kontollieren
- Lektion 6 Aufg. 1 bis einschl. 5 machen. 


 


Slide 3 - Tekstslide

die Lernziele:

- Je kunt in een zin de eerste en vierde naamval bepalen.

- Je kunt de uitgangen van de eerste en vierde naamval toepassen bij woorden van der -groep en ein- groep. 

- je kunt zinnen schrijven over het thema: Film

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1: check of er een voorzetsel of ww. met een vaste naamval in de zin staat. 
voorzetsels: durch, für, ohne, um, gegen, bis en entlang. 
Deze voorzetsels hebben altijd de 4e naavmal.

werkwoorden: fragen, es gibt = er is/er zijn, kosten, bitten = om iets vragen/verzoeken en interessieren
Deze werkwoorden hebben altijd de 4e naamval.

Geen voorzetsel of werkwoord?  
Stap 2. Ontleed de zin. 

Slide 5 - Tekstslide


die Hausaufgaben: Lektion 5 Aufg. 9 und 10 
kontrollieren  

Slide 6 - Tekstslide

Niet bang zijn 
De naamvallen zijn echt niet moeilijk 

Slide 7 - Tekstslide

Der Vater kauft ............ Tennisschläger (m).
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 8 - Quizvraag

Ich will ............. Hose (v) kaufen.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juist naamval in.
Ich habe ein.............. Aufgabe (v) nicht gemacht.
A
ein
B
einen
C
eine

Slide 10 - Quizvraag

m
v
o
mv
1e =ow
der
die
das
die
4e =lv
den
die
das
die
m
v
o
mv
1e= ow
ein
eine
ein
keine
4e = lv
einen
eine
ein
keine
Schema der-groep
Schema ein-groep

Slide 11 - Tekstslide

De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgangen als de ein-groep. 

enkelvoud                    meervoud
mijn= mein-                   onze = unser-
jouw = dein-                   jullie = euer-/eure
zijn  = sein-                     hun = ihr-
haar = ihr-                       uw = Ihr- 

Ik liebe (mijn)........ Frau.
(mijn) Frau =  lijdend voorwerp = 4e naamval.  Frau = vrouwelijk
Kijk in de ein-groep, bij 4e naamval, vrouwelijk --> meine

Slide 12 - Tekstslide

Macht jetzt selbstständig: Lektion 6 Aufg. 1 bis einschl. 5 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgaben: - Lektion 6 Aufg. 1 bis einschl. 5 machen
+ Wiederholen Gram. E 
 

Slide 14 - Tekstslide

DER-Gruppe

Slide 15 - Tekstslide

EIN-Gruppe

Slide 16 - Tekstslide