Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
10.4 de iris en de ooglens + 10.5: het netvlies
Hoofdstuk 10: Zintuigen
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 10: Zintuigen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen
Uitleg bs 10.4 + 10.5 (iris, ooglens, netvlies)
Aan het (huis)werk
Slide 2 - Tekstslide
De drempelwaarde van een hond is ....
A
hoger dan die van ons
B
gelijk aan die van ons
C
lager dan die van ons
D
... ligt er aan welke hond het is
Slide 3 - Quizvraag
Hoe ruik je?
Zet de stappen in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Met de lucht die je inademt, komen geurstoffen mee.
Die komen bij het reukzintuig
Je ruikt de geur
Het reukzintuig stuurt de berichten via de reukzenuw naar je hersenen
Het reukzintuig zet de prikkels om in berichten
Slide 4 - Sleepvraag
Ken je de onderdelen van het oog?
Netvlies
Pupil
Lens
Iris
Hoornvlies
Gele Vlek
Blinde vlek
Oogzenuw
Glasachtig lichaam
Slide 5 - Sleepvraag
Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
netvlies
Slide 6 - Quizvraag
Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid
Slide 7 - Quizvraag
Een lichtstraal valt op het oog.
Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde.
Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Pupil
Slide 8 - Sleepvraag
Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
12
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang
buis van eustachius
Slide 9 - Sleepvraag
Leerdoelen
-Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt
-Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat
-Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven
Ti
p: maak onder de les aantekeningen
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Pupilreflex
Beschermen van de zintuigcellen op het netvlies tegen te fel licht
.
Weinig licht --> pupil groter
- Kringspieren in de iris ontspannen.
- Lengtespieren in de iris trekken zich samen.
Fel licht --> pupil kleiner
- Kringspieren in de iris trekken zich samen.
- Lengtespieren in de iris ontspannen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Beeldvorming
Als je ergens naar kijkt -
omgekeerd
en
verkleind beeld
op je
netvlies
.
Zintuigcellen in het netvlies geven impulsen door naar de gezichtscentra in de grote hersenen.
De hersenen zetten het beeld weer
rechtop
en op de juiste grootte.
Slide 14 - Tekstslide
Scherp zien
Lichtstralen die een oog binnenvallen, worden vooral door het hoornvlies en de lens in een andere richting gebogen.
De ooglens is een bolle lens. Hij buigt lichtstralen
naar elkaar toe.
De lens is elastisch en kan platter en boller worden
Hierdoor kun je steeds scherp zien
Slide 15 - Tekstslide
Accommoderen
Zien van dichtbij
- De lenzen zijn zo bol mogelijk.
Zien in de verte
- De lenzen zijn zo plat mogelijk.
- Ogen zijn in rusttoestand.
= De vorm van de ooglenzen wordt aangepast aan de afstand waarop een voorwerp zich bevindt.
Slide 16 - Tekstslide
Veraf zien
- Kringspieren rond de lens ontspannen.
- De opening in de kringspieren wordt groter.
- Lensbandjes strak gespannen en rekken de lens uit.
- Lens minder bol - Scherp zien in de verte.
Dichtbij zien
- Kringspieren rond de lens trekken samen.
- De opening in de kringspieren wordt kleiner.
- Lensbandjes verslappen.
- Lens boller - Scherp zien van dichtbij (minder dan 5 meter).
Slide 17 - Tekstslide
Het netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
K
egeltjes
en
staafjes.
Scherpste beeld op gele vlek
De oogzenuw verlaat het oog bij de blinde vlek, daar bevinden zich geen zintuigcellen.
Slide 18 - Tekstslide
Staafjes:
-lage drempelwaarde voor licht, je ziet hierdoor in de schemer ook goed
-Neemt alleen zwart-wit en grijstinten waar
-Meerdere staafjes zijn verbonden met 1 zenuwcel, je ziet dus minder details (kunt niet lezen of gamen hiermee)
-Liggen niet in de gele vlek
Kegeltjes:
-hebben een hoge drempelwaarde, werken alleen als er veel licht is
-Je ziet er kleuren mee (groen, rood, blauw)
-Elk kegeltje is apart verbonden met een zenuwcel. Hierdoor zie je scherp en veel details.
-De meeste kegeltjes liggen in en rond de gele vlek. Daarom zie je daar het scherpst.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Aan het (huis)werk
Mk
bs 10.4: opdr.
1, 2, 3, 9
Mk
bs 10.5: opdr.
1, 2, 3,
6
Oefen
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oor/oor.htm
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oog/oog.htm
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Oog dl1
Januari 2023
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3.2 Zien dl2
Mei 2023
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
D1BTh5 B4 Zien - lln
April 2019
- Les met
21 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Les 1: Oog dl1
Maart 2021
- Les met
26 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
15.3+15.4 oog
Maart 2024
- Les met
17 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
15.3 Gezichtszintuig dl1 (zelfstandig)
Maart 2024
- Les met
26 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
14.2-1 Je gezichtszintuig 5H
Juni 2022
- Les met
20 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Het oog
April 2024
- Les met
16 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4