Nederlands H4: Verwijswoorden deel 2
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan 'geen'
Hem geef ik niets.
Hem geef ik niets.
Slide 5 - Open vraag
Benoem het meewerkend voorwerp. Geen meewerkend voorwerp? Noteer dan 'geen'
Rojda heeft het mij toch verteld.
Rojda heeft het mij toch verteld.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Link
Typ het juiste verwijswoord.
Wil je jou/jouw auto even goed parkeren?
Wil je jou/jouw auto even goed parkeren?
Slide 11 - Open vraag
kies het juiste verwijswoord.
Ik heb jou/jouw nog nooit gesproken.
Ik heb jou/jouw nog nooit gesproken.
Slide 12 - Open vraag
Kies het juiste verwijswoord.
Wil je [jou|jouw] fiets even weg zetten?
Wil je [jou|jouw] fiets even weg zetten?
Slide 13 - Open vraag
Noteer het juiste verwijswoord:
Nu is het jou/jouw beurt!
Nu is het jou/jouw beurt!
Slide 14 - Open vraag
Noteer het juiste verwijswoord:
Ik wil graag even bij je/jouw langskomen.
Ik wil graag even bij je/jouw langskomen.
Slide 15 - Open vraag
Verbeter de onjuiste verwijswoorden.
8. Kun je mij jouw rekenmachine even geven? Me batterijen zijn leeg.
onjuist verwijswoord = […] verbetering = […]
8. Kun je mij jouw rekenmachine even geven? Me batterijen zijn leeg.
onjuist verwijswoord = […] verbetering = […]
