LES 2: Signaalwoorden en tekstverbanden

les 5: OPBOUW TEKST en TEKSTVERBANDEN

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les 5: OPBOUW TEKST en TEKSTVERBANDEN

Slide 1 - Tekstslide

vandaag in de les:
  • grabbelen
  • informatie inschrijven examen
  • tekstopbouw
  • tekstverbanden
  • signaalwoorden
  • oefenen
  • huiswerk voor vrijdag 18 maart

Slide 2 - Tekstslide

Grabbelen uit de pot
woordenschat 
uitdrukkingen, spreekwoorden en gezegden
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw van een tekst
Inleiding 

Kern (deelonderwerpen)

Slot

Slide 4 - Tekstslide

Welke functie heeft een inleiding?

Slide 5 - Open vraag

functies inleiding
  • aandacht trekken
  • onderwerp benoemen
  • aanleiding geven, waarom tekst is geschreven
  • centrale vraag stellen
  • mening schrijver geven
  • samenvatting geven


Slide 6 - Tekstslide

De lead van een tekst is
A
De titel van een tekst
B
De hoofdgedachte
C
Vetgedrukte tekst onder de titel
D
Een tussenkopje

Slide 7 - Quizvraag

deelonderwerpen 
  • Lees de titel en de inleiding; stel vast wat het onderwerp is.
  • Bekijk de lay-out van de tekst.
  • Soms geven witregels de scheiding tussen de deelonderwerpen aan.
  • Soms staan er tussenkoppen boven de deelonderwerpen.
  • Lees bij twijfel de eerste en/of laatste zin van een alinea.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Functie van een slot
  • conclusie
  • samenvatting
  • advies of waarschuwing
  • toekomstverwachting


Slide 10 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 11 - Tekstslide

Even vooraf:
Welke signaalwoorden ken jij?

Slide 12 - Woordweb

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Zowel basis als kader maken Lezen blok 4 de opdrachten 1 t/m 5

Slide 15 - Tekstslide

Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 16 - Quizvraag

Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het verband tussen alinea 5 en 6?

Slide 18 - Open vraag

Noteer een signaalwoord voor tijdsvolgorde uit
alinea 6

Slide 19 - Open vraag

Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg

Slide 20 - Quizvraag

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels.
A
oorzaak/gevolg
B
reden
C
doel/middel
D
toelichting

Slide 21 - Quizvraag

Tekstverband? We kunnen dus zeggen dat iedereen geslaagd is.
A
opsomming
B
conclusie
C
reden
D
tijdsvolgorde

Slide 22 - Quizvraag

Tekstverband? Zij is heel sterk maar hij daarentegen kan nauwelijks iets tillen.
A
reden
B
uitleg
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 23 - Quizvraag

"Het leerbedrijf waar je stage gaat lopen, is niet verplicht je een vergoeding te betalen. Maar in de praktijk doen leerbedrijven dit meestal wel.

Welk verband kom je hierboven tegen?
A
Opsomming
B
tegenstelling
C
geen verband
D
voorbeeld

Slide 24 - Quizvraag

Vandaag leer je verschillende vormen van migratie. Denk bijvoorbeeld aan emigratie.

Welk signaalwoord kom je hierboven tegen?
A
migratie
B
verschillende
C
denk....aan
D
bijvoorbeeld

Slide 25 - Quizvraag

Zowel basis als kader maken Lezen blok 4 de opdrachten 1 t/m 5

Slide 26 - Tekstslide

Als je nu meteen vertrekt, kun je nog op tijd komen voor het concert.
A
redengevend verband
B
chronologisch verband
C
opsommend verband
D
voorwaardelijk verband

Slide 27 - Quizvraag

Als jij alles voor mij inpakt,
koop ik iets lekkers voor onderweg.
A
toelichtend verband
B
redengevend verband
C
voorwaardelijk verband

Slide 28 - Quizvraag

Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 29 - Quizvraag

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.

A
chronologisch verband (tijdsvolgorde)
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 30 - Quizvraag