Bas 3 - Het ademhalingsstelsel

Bas 3- Het ademhalingsstelsel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bas 3- Het ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
4 Je kunt in een afbeelding van het ademhalingsstelsel de delen benoemen
5 Je kunt de kenmerken en functies van de delen van het ademhalingsstelsel noemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ademhalingsstelsel
De organen die zorgen voor je ademhaling, zijn samen het ademhalingsstelsel

Je kunt door je mond of neus ademhalen. 

We gaan eens kijken naar de onderdelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhalingsstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

borst- en buikholte

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat: ademhalingsstelsel

organen: neusholte, mondholte, luchtpijp, longen


orgaanstelsel: ademhalingsstelsel


taak: zuurstof in je lichaam opnemen


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ingeademde lucht
Neus- of mondholte

Keelholte

Langs strottenhoofd naar luchtpijp

Bronchiën

Luchtpijptakje

Longblaasjes

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neus en mondholte
  • neusharen (vuiltjes tegenhouden)
  • slijmvlies (warm en vochtig maken, stof opvangen)
  • trilharen (slijm met vuiltjes verplaatsen)
  • ruiken / waarschuwen 


Inademen via de neus is beter dan via
 de mond

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neus- en mondholte
  • Inademen door de neus: neusharen, neusslijmvlies
  • Slijmproducerende cellen, trilharen
  • Bloedvaatjes
  • Geur

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keelholte
Na de neus- of mondholte komt de lucht in de keelholte. 
Lucht moet de luchtpijp in, voedsel moet de slokdarm in.

Om dit te regelen hebben we twee klepjes:
  1. Huig
  2. Strotklepje

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luchtpijp en longen
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd. 

De luchtpijp hebben kraakbeenringen in de wand. Deze zorgen voor stevigheid en zorgen ervoor dat hij altijd openstaat. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luchtpijp en longen
Ook in de wand van de bronchiën zitten kraakbeenringen. 

De wanden van de luchtpijp, bronchiën, buisjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies. Aan het slijm blijven stof en ziekteverwekkers plakken. Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.

Slide 12 - Tekstslide

De wanden van de luchtpijp, bronchiën, buisjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies. Aan het slijm blijven stof en ziekteverwekkers plakken. Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.
Luchtpijp en longen
 De bronchiën vertakken zich tot kleinere buisjes met aan het eind de longblaasjes

Daar wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide wordt uit het bloed weer afgegeven aan de lucht. 

Slide 13 - Tekstslide

De wanden van de luchtpijp, bronchiën, buisjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies. Aan het slijm blijven stof en ziekteverwekkers plakken. Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.
volgende slide een video
samenvatting video 19 min

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lees in je boek bladzijde 20 t/m 28
Maak opdracht 1 t/m 8
Kader ook 9

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies