BS 1.3: Werken met een loep en een microscoop

BS 1.3: Werken met een loep en een microscoop
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 1.3: Werken met een loep en een microscoop

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Herhaling BS 1.2
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg BS 1.3
  4. Opdrachten maken
  5. Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling BS 1.2
  1. Welke 5 organisatieniveaus zijn er en in welke volgorde van klein naar groot?
  2. Noem voorbeelden van orgaanstelsels.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een orgaanstelsel?
A
Organen die samenwerken aan dezelfde taak.
B
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie.
C
Onderdeel van een organisme.
D
Een deel van een organisme met een eigen taak.

Slide 4 - Quizvraag


nummer 5?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 5 - Quizvraag


nummer 2?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 6 - Quizvraag


nummer 10?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 7 - Quizvraag


nummer 6?
A
Long
B
Dikke darm
C
Nier
D
Maag

Slide 8 - Quizvraag


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen

Slide 9 - Quizvraag


Het hart is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 10 - Quizvraag


Welk organenstelsel zorgt voor de verwerken van je eten?
A
Het bloedvatenstelsel
B
De maag en de lever
C
Het verteringsstelsel
D
Het zenuwstelsel

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt werken met een loep en een microscoop.
  • Je kunt een preparaat maken.

Slide 12 - Tekstslide

Organismen bekijken
Bij biologie probeer je zoveel mogelijk zelf de organismen waar te nemen.
Soms zijn organismen zo klein dat je ze met het blote oog niet (goed) kunt zien. Je kunt dan een loep of een microscoop gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide

Loep
Loep = vergrootglas
Vergroot ongeveer 10 keer

  • Moet loep dichtbij oog houden. 
  • Het voorwerp naar de loep toe brengen tot je een scherp beeld ziet.

Slide 14 - Tekstslide

Microscoop
Om cellen te kunnen zien, heb je een microscoop nodig.

Vergroot 40x, 100x, 200x of zelfs 1000x


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat kun je allemaal zien met een microscoop?

Slide 17 - Tekstslide

Werken met microscoop
Vandaag gaan jullie niet zelf met een microscoop werken. Dat gaan we volgende les doen.

Je moet voor de toets WEL de onderdelen van een microscoop kennen!

Slide 18 - Tekstslide

Hoe gebruik je de onderdelen?

Slide 19 - Tekstslide

Preparaat
Met een microscoop bekijk je een preparaat.
Een preparaat bestaat uit 2 glaasjes:
  • het grotere voorwerpglas
  • het kleinere dekglas

Om een preparaat te maken, heb je prepareermateriaal nodig.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak BS 1.1: opdrachten 1, 2, 4 en 7






  • De eerste 6 minuten werken we in pure stilte.
  • Niet stil = aantekening.
  • Weet je een vraag niet? Sla hem even over, dan help ik je na de timer ermee.
timer
6:00

Slide 25 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
  1. Welke 5 organisatieniveaus zijn er en in welke volgorde van klein naar groot?
  2. Noem voorbeelden van orgaanstelsels.

Slide 26 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
  1. Welke 5 organisatieniveaus zijn er en in welke volgorde van klein naar groot?
  2. Noem voorbeelden van orgaanstelsels.

Slide 27 - Tekstslide