2A :Chapitre 2 Vorm en plaats Bijvoeglijk naamwoord
Leerdoelen
Je kent de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
Je weet op welke plaats het bijvoeglijk naamwoord komt.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
Je kent de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
Je weet op welke plaats het bijvoeglijk naamwoord komt.
Slide 1 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 2 - Link
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het woordje waar het over gaat.
Un grand garçon
Deux grands garçons
Une grande fille
Deux grandes filles
M. enkv
M. mv
-
+ S
V.enkv
V.meerv
+e
+ es
Slide 3 - Tekstslide
Au travail!
Wat: maak opdracht 16:c,d,e,p.71
Hoe: duo
Hulp: boek, docent
Tijd: 7 min
Klaar: lees grammaire: ''De plaats van het BN'' ,p.72
timer
7:00
Slide 4 - Tekstslide
Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. Behalve het rijtje hieronder. Dat moet je uit je hoofd leren. Dat gaat makkelijker als je ze hardop uitspreekt. Dan merk je namelijk dat de woorden rijmen.
VOOR het zelfstandig naamwoord:
Bon (goed) - Beau (mooi) - Grand (groot) - Nouveau (nieuw) - Petit (klein) - Vieux (oud)
Slide 5 - Tekstslide
Uitzonderingen
Let goed op de uitzonderingen! Ze staan op blz. 70 van je tekstboek
Slide 6 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 7 - Link
Au boulot!
Wat: maak opdracht 17:c,d,e, p.72
Hoe: alleen/duo
Hulp: boek, docent
Tijd:5min
Klaar: ben je klaar, maak opdrachten 18 en 19a ,p.73
Slide 8 - Tekstslide
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(sportif) Deux .... garçons ....
Slide 9 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(petit) J'ai trois .... soeurs ......
Slide 10 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(sympa) Un .....prof ......
Slide 11 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(beau) Une ..... maison ....
Slide 12 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(nouveau) Une ... voiture ....
Slide 13 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(noir) Un .... chat .....
Slide 14 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(vieux) Une .... femme ......
Slide 15 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(méchant) le ... loup .....
Slide 16 - Open vraag
Chapitre 2
herhalen grammaire D,pagina.91
devoirs (huiswerk): Apprendre vocabulaire E,p.89
Slide 17 - Tekstslide
Evaluatie 1
Wat is hoofdregel voor de vormen van het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 18 - Tekstslide
Evaluatie 2
m. enkv
v. enkv
-
e
m. meerv
v. meerv
s
es
Slide 19 - Tekstslide
Evaluatie 3
Vul het woordweb op de volgende dia in.
Welke bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het zelfstandig naamwoord ?
Slide 20 - Tekstslide
Bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord komen.