In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 59 min
Onderdelen in deze les
Vaccinaties en infecties in de zwangerschap
Slide 1 - Tekstslide
Welke vaccinatie is relatief gecontraindiceerd in de zwangerschap?
A
Gele koorts
B
DTP
C
BMR
D
Varicella zoster vaccin
Slide 2 - Quizvraag
www.lareb.nl
Slide 3 - Link
www.lareb.nl
Slide 4 - Link
Welke vaccinaties worden nu aangeboden aan zwangeren
A
Kinkhoestvaccinatie, influenza en corona
B
DKT, influenza en corona
C
Kinkhoestvaccinatie en influenza
D
DKT en influenza
Slide 5 - Quizvraag
Bij moeders die de DKT-vaccinatie tijdens de zwangerschap hebben gehad worden de kinderen het eerste half jaar gevaccineerd met..... op tijdstip....
A
DKTP-HIB-hepatitis B en pneumococcen bij 2 en 4 maanden
B
DKTP-HIB-hepatitis B en pneumococcen bij 3 en 4 maanden
C
DKTP-HIB-hepatitis B en pneumococcen bij 3 en 5 maanden
D
DKTP-HIB-hepatitis B bij 3 en 5 maanden en pneumococcen bij 2 en 5 maanden
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wanneer ook een prik met 2 maanden?
Het kind is geboren bij een zwangerschapsduur van minder dan 37 weken.
De tijd tussen de vaccinatie en geboorte is minder dan 2 weken.
De moeder is draagster van het hepatitis B-virus.
Het afweersysteem van de moeder werkt minder goed door ziekte of medicatie.
Het kind heeft een hoog risico op een ernstig verloop van kinkhoest. Bijvoorbeeld een afweerstoornis of een aangeboren longafwijking.
Het kind heeft een wisseltransfusie gehad.
Slide 8 - Tekstslide
Wat was de belangrijkste reden van de gezondheidsraad alle zwangeren de griepprik te adviseren?
Slide 9 - Open vraag
Epidemiologie influenza
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
www.rivm.nl
Slide 12 - Link
Een werkneemster in de vleesindustrie die zwanger is, moet worden getest op serologie toxoplasma
A
Ja, dat staat in de richtlijn van de NVAB
B
Ja, er is geen risico op het oplopen congenitale toxoplasmose bij seropositieve zwangere
C
Nee, je bent niet immuun voor toxoplasma na infecties
D
Nee, er zijn toch geen preventieve mogelijkheden op het werk.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
www.rivm.nl
Slide 15 - Link
Hoeveel procent van vroeggeboorte wordt veroorzaakt door maternale en/of foetale infecties
A
10
B
20
C
30
D
50
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Welke infecties geven een verhoogde kans op vroeggeboorte?
A
Bacteriele vaginose
B
Q-koorts
C
CMV-infectie
D
GBS-infectie
Slide 19 - Quizvraag
www.vzinfo.nl
Slide 20 - Link
Welke behandeling is er mogelijke voor een foetale infectie met parvovirus B19
A
Passieve immunisatie
B
Intrauteriene bloedtransfusie
C
Antivirale middelen
D
Geen
Slide 21 - Quizvraag
www.rivm.nl
Slide 22 - Link
Hoeveel zwangeren met dragerschap GBS moet je behandelen met iv antibiotica durante partu om een overlijden te voorkomen?
A
NNT 100
B
NNT 400
C
NNT 4000
D
NNT 5000
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wat kun je adviseren aan zwangere om infectie met CMV te voorkomen?
Slide 26 - Open vraag
CMV-infectie
80 % asymptomatische infectie bij zwangere
Jaarlijks worden 1000 kinderen geboren met congenitale CMV infectie waarvan 180 met ernstige neurologische schade
0,5% van kinderen met CMV infectie overlijdt
Incubatie tijd CMV 4-12 weken. Transplacentaire overdracht van CMV is gemiddeld zo’n 30% bij een primo infectie van de moeder en 0,2-2% na re-activatie of re-infectie
Er zijn verschillende genotypes van CMV.
Preconceptie screening wordt niet als zinvol gezien. Seroprevalentie in de bevolking is hoog en de kans op het doormaken van een primo CMV infectie in de zwangerschap is minder dan 1%. Daarnaast is preventie heel lastig.
Slide 27 - Tekstslide
www.knov.nl
Slide 28 - Link
Als een zwangere een product heeft gegeten dat mogelijk besmet is geweest met listeria wat doe je dan?
A
Preventief antibiotica
B
Expectatief, de kans is erg klein listeria te krijgen na een keer besmet voedsel
C
Expectatief, er zijn geen antibiotica die gegeven kunnen worden
D
Serologisch onderzoek na minimaal 2 weken
Slide 29 - Quizvraag
www.rivm.nl
Slide 30 - Link
De prevalentie van MRSA in de algemene bevolking is 0,2 % Welke groep heeft de hoogste prevalentie?
A
Verpleeghuisbewoners
B
Varkenshouders
C
Patienten buitenlandse ziekenhuizen
D
Asielzoekers
Slide 31 - Quizvraag
MRSA dragerschap
Verpleeghuisbewoners 0,2%
Patiënten uit buitenlandse ziekenhuizen 3 tot 5%
Asielzoekers 10%
Aarkenshouders 63%
(Kaiser 2004, Ravensbergen 2017, van Cleef 2014)
Slide 32 - Tekstslide
lci.rivm.nl
Slide 33 - Link
lci.rivm.nl
Slide 34 - Link
Hoeveel seronegatieve zwangeren zijn er voor waterpokken in Nederland?
A
1%
B
3%
C
5%
D
20%
Slide 35 - Quizvraag
richtlijnendatabase.nl
Slide 36 - Link
www.ser.nl
Slide 37 - Link
Casus
6 uur 's ochtends: Karin belt me:
assistentie bij niet vorderende uitdrijving, G3P2, vlotte ontsluiting en na half uur persen geen progressie, weeen nemen af.
Eerste 2 partussen zeer vlot thuis.
Zwangerschap gb.
Slide 38 - Tekstslide
Wat is jullie DD, wat wil je weten?
Wat zou je doen op Ameland?
Hoe zeer vertrouw je op je toucher?:
ligging, inschatten grootte van kindjes, caput succedameum
Welke handgrepen zou je proberen bij liggingsafwijkingen buiten stuitligging om?
Slide 39 - Tekstslide
Mijn onderzoek
Vermoeide, alerte baarvrouw
Normale uitzetting
Helder aflopend VW, diepte H2+? Ik voel neus ventraal?